Afwachten

5 maart gebeurde ‘het’ ineens. Op de fiets naar Buitenhuis, de schrijfplek van Jedida en mij, dacht ik er al aan dat het die avond wel eens zo ver kon zijn – de laatste zinnen van de eerste versie. Een gek idee. Een project waar je zo lang aan werkt en waarvan ik regelmatig dacht ‘hoe ga ik dit tot een einde brengen’, naderde toch ineens zijn voltooiing. En inderdaad, een paar uur later keek ik mijn schrijfmaatje aan en ik vertelde ik dat het af was. Iets later op de fiets begon het grote twijfelen al meteen. Want was het wel af? Kon het wel goed zijn, als het in relatief korte tijd echt geschreven was? Wat zouden mijn twee meelezers zeggen, vooral van het einde? Het grote afwachten was begonnen…

Binnen een week kwam daarvan ook een antwoord. Een gemengd antwoord dit keer, want een vond het goed en zei ‘en nu uitgeven’ en de ander vond het nog niet af. Ik besloot om dat maar als een compliment te zien – ze wilde duidelijk nog meer weten over hoe het nu verder ging met Steffi, Lex en ‘alle anderen.’ Maar voor mij is het verhaal rond – ik heb verteld wat ik wilde vertellen.

En toen begon het volgende traject. De keuze om de tekst zelf uit te geven of toch op te sturen naar een van de grote uitgevers. Ik had al heel lang geleden bedacht dat ik het graag zelf wilde doen. Waarom? Omdat ik als freelancer al jaren voor educatieve uitgevers werk, dus het proces van eindredactie, tekstredactie, correctie, vormgeving en proeven controleren en aanpassen, dat is me bekend. Ik weet hoe lang het duurt en welke kosten er bij komen kijken. En ik zou het dolgraag allemaal eens zelf begeleiden, zelf bepalen en zelf de planning monitoren. Maar ja. Wat er daarna gebeurt, als er eenmaal een boek is, daar heb ik minder ervaring mee. En hoe gaaf zou het eigenlijk zijn als mijn naam op de pagina komt te staan van een van die uitgevers, als debutant?

Ik begon te twijfelen. En ik begon toch ook maar uit te zoeken hoe dat dan zou werken, je manuscript aanbieden bij een uitgever. Geen eenduidig antwoord, zo bleek al snel. De een wil het geprint, de ander digitaal. Uitgever A wil vier pagina’s synopsis en beschrijving van motieven, uitgever B vijf en wil daar ook nog een introductie van de personages bij. De een wil een uitgebreid CV, de ander twee alinea’s. Kortom: het is net als solliciteren; per uitgever presenteer je jouw manuscript en jezelf als schrijver weer op een net andere manier. Alleen is de wachttijd wat langer dan bij een sollicitatie – 3 tot 4 maanden… En vrijwel allemaal schrijven ze op hun pagina erbij ‘neem niet tussentijds contact op, zeker niet telefonisch.’ Slik. Ik werd er bijna door afgeschrikt….

Bijna – want uiteindelijk heb ik toch naar twee uitgevers mijn manuscript gestuurd. Eentje per post, eentje digitaal. Of ik al iets gehoord heb? Helaas, nee. Ik stel me zo voor hoe mijn boek tussen een hele stapel andere ligt, of in een mailbox hangt. Wachtend om op te vallen, om gelezen te worden. 24 juli – dan zijn de vier maanden voorbij. Hopelijk heb ik dan in ieder geval iets gehoord. Tot die tijd kan niet meer doen dan rustig afwachten, bedenken wat mijn volgende stap kan zijn.

3 Reacties

  1. Lia

    Dat is wel lang, maar eind volgende week ben je al over de helft en dan ga je aftellen met de mogelijkheid dat je eerder iets hoort. Zoek wat afleiding bv vakantie 😁 dan vliegt de tijd helemaal. Toch sterkte met het wachten !!

    Antwoord
  2. Claire

    Super trots op je! Heel spannend dit wachten!

    Antwoord
  3. Anneke van Esdonk

    Natuurlijk is het heel spannend, het afwachten wat de uitgevers er van vinden, maar 24 juli is natuurlijk wel een hele mooie datum om iets te horen 😉 Voor die tijd zijn er nog aardig wat gebeurtenissen die je afleiden, dus de tijd zal best snel gaan. Voor mij ook, ik begin toch ook wel steeds nieuwsgieriger te worden naar Steffi en Lex😊

    Antwoord

Geef een reactie