Ode aan Wassenaar

Lieve lezer,

17 november 2017 – de datum waarop we de sleutel kregen van ons nieuwe huis. Een jaren 30 woning in Wassenaar, heel wat anders dan ons moderne appartement, 13 hoog in Rotterdam. Hoe dat bevalt? En of dat een grote stap is? Heb je even?

Wassenaar? Waarom?

De eerste keer dat we samen naar ons toekomstige huis gingen kijken staat me nog scherp voor ogen. September 2017; mijn eega was al gaan kijken en eigenlijk wel verkocht. Maar hij moest mij nog zien te overtuigen en ik dacht ‘Wassenaar. Een dorp. Zonder treinstation. Met een reputatie. BEN JE GEK GEWORDEN?’

Eerste keer kijken

Natuurlijk ging ik toch kijken, want tja: we waren al even op zoek en in Rotterdam vonden we ook niet wat we zochten. Ik ging wel met het idee ‘als er ook maar iemand vreemd naar me kijkt …’ Onderweg regende het. Hard. Zo hard dat ik tegen mijn eega zei ‘als dit een film was zou je zeggen dat ze het niet moesten doen. Dat je zo’n voorteken niet moet negeren.’ Eenmaal voor het huis keek ik naar binnen en dacht ik ‘nou, wat is hier nu zo bijzonder?’ De makelaar kwam en zei direct iets over mijn gave cowboylaarzen. Puntje voor haar. En toen stonden we binnen en wist ik het eigenlijk wel: dit huis was precies wat we wilden. Jaren 30, maar geen pijpenla. Een woon-, zit- en eetkamer met keuken er aan. Een grote slaapkamer en nog grotere werkkamer. Maar ja … het bleef Wassenaar.

Zelf nog even rondkijken in Wassenaar

En dus ging ik een paar dagen later alleen terug. Met het OV, om te kijken of dat eigenlijk wel te doen was. Want een tweede auto, dat vond ik wel erg Wassenaars 😉 Bovendien had ik wat geleerd van de tijd in Innsbruck en Erlangen: ik kon niet zo maar overal gaan wonen. Een huis is nog geen thuis, dat soort wijsheden. Het was opnieuw geen mooi weer, maar toch. Hoe ver ligt Wassenaar nu helemaal van Den Haag? Met vier of zelfs vijf bussen per uur hoef je nooit echt lang te wachten. Het huis was nog steeds mooi, de buurt gezellig en hé, winkels om de hoek. Van het centrum van Rotterdam naar het centrum van Wassenaar leek ineens een minder grote stap dan gedacht. En dus verbaasde ik vriend, vijand, mijn eega en laat ik eerlijk zijn ook mijzelf toen ik diezelfde avond zei ‘laten we maar een bod uitbrengen.’

Bieden

En we konden nog bieden, ook al waren er inmiddels zo’n twee weken voorbij gegaan sinds het eerste bezoek. Wat een verschil met de huizenmarkt in Rotterdam, waar we ter plekke moesten overbieden om nog een kans te maken op een woning. En waar de huizenprijzen in het centrum boven die in Wassenaar lagen. Dat bieden ging redelijk soepel, dankzij mijn eega, die gedegen onderzoek deed en strak onderhandelde. Terwijl hij in de trein zat naar Parijs voor werk en ik op kantoor zat in Den Bosch, kwam het telefoontje van de makelaar ‘het is dit tegenbod accepteren, of we gaan met iemand anders in gesprek.’ Iets hoger dan het bedrag waarop we wilden uitkomen, maar wel onder de vraagprijs. En dus kochten we ons huis, terwijl we ver van elkaar af waren en dat ook nog een heel weekend zouden zijn. Maar ach, we hadden een huis! Dat zonder grote gebreken door de bouwkundige keuring kwam. Precies zes weken na ons akkoord op het tegenbod van de verkopers zaten we bij de notaris. Zonder de verkopers – die waren al naar het buitenland verhuisd – maar met de makelaar. Die zich mijn cowboylaarzen nog kon herinneren en die ons naast de sleutels ook een fles wijn overhandigde.

Twijfelmomenten

Heb ik daarna nooit meer gedacht ‘wat hebben we gedaan?’ Ja hoor, regelmatig. Want ook al gaat de bus op spitstijden 5 keer per uur, ik reis meestal voor of na de spits naar mijn werk. Bij vrienden op bezoek gaan of naar een concert gaan is ook makkelijker als je weet dat je altijd nog vanaf het station naar huis kunt lopen. Dus als ik weer eens 40 minuten op Den Haag CS stond, of eerder bij een concert weg moest omdat ik anders niet thuis zou komen, dacht ik wel ‘waarom wonen we niet gewoon in Den Haag, of nog in Rotterdam?’ Je moet meer plannen, beter op de tijd letten. En vrienden zonder auto, ja die vinden het soms wel een uitdaging om langs te komen. O en nieuwe vrienden maken? Mensen leren kennen is altijd een uitdaging, maar gaat makkelijker als je in een grote stad woont. En toch …

Lock-down

… wil ik hier niet weg. Misschien wel nooit meer. Dat gevoel werd al snel sterker. Door het huis, dat al snel meer als thuis voelde dan ons prachtige appartement in de Hoge Heren. Natuurlijk dankzij het strand dat dichtbij is. Maar ook door de prachtige landgoederen in en om Wassenaar. Door de nabijheid van Leiden, de stad waar we studeerden, trouwden en zo veel fijne mensen leerden kennen. En ja, ook door de mensen die we hier langzaam maar zeker hebben leren kennen, de gewoontes die we hebben opgebouwd.

Gek genoeg was het pas ergens tijdens de lock-down in het voorjaar dat ik me echt realiseerde dat het ook gewoon tijd kost om je ergens echt thuis te gaan voelen. Tijd die ik mezelf na mijn studententijd eigenlijk nooit echt heb gegund denk ik. Ik had vaak het gevoel van onderweg zijn, iets dat een van mijn Amerikaanse vriendinnen in Innsbruck ook regelmatig zei. Nou ja, zij zei dan dat ik er nooit was en dat ik zo nooit mijn eigen weg in Innsbruck zou vinden. Ik geloof dat ik nu pas begrijp wat ze daar eigenlijk mee bedoelde. Waar zo’n lock-down al niet goed voor is 😉

4 Reacties

  1. Edith Klinkhamer

    Drie jaar geleden al weer ! Ik kan het me nog zo goed herinneren.
    Fijn dat je je echt thuis bent gaan voelen. En ja, dat kost tijd. En dan nog 🙂
    Maar jij bent op je plek !

    Antwoord
    • astrid

      Ja ik kan het me ook nog goed herinneren, de laatste weken Rotterdam. Ook ons etentje bij de pizzeria, na de Cardcetera open dag!

      Antwoord
  2. Johanna

    Interessant. Met de lockdown leer je je thuis pas kennen. Gelukkig dat jullie huis je thuis werd. En dat over dat “altijd onderweg zijn” was ook iets dat me in je boek “Verwaald in Tirol” opviel. Mij was niet duidelijk of het “onderweg zijn” of “op de vlucht zijn” was. Waarvoor? Veel succes!

    Antwoord
    • astrid

      Vooral de omgeving heb ik de laatste maanden echt leren kennen. Ik weet niet hoe het was geweest als we nog in ons appartement hadden gewoond tijdens de lockdown, een stuk pittiger nog denk ik.

      Ik denk dat het vluchten was – voor een leven waar ik me niet in thuis voelde en waarin ik me ook niet thuis wilde gaan voelen, omdat het toch weer zou stoppen. Wij gingen namelijk met een vastgesteld tijdspanne van 2 jaar. Maar dat is kennis achteraf … toen had ik daar geen idee van.

      Antwoord

Geef een reactie