Ik denk er nooit zo bij na, bij het alleen reizen. In ons, Steven en mijn dus, leven is het vrij normaal om alleen ergens heen te gaan. Eerst van Leiden, waar ik studeerde, naar Eindhoven, waar de familie woonde. Later naar Parijs, waar vriendin Bahar woont, en Steven naar de verschillende conferenties. Nu we in Oostenrijk wonen, gebeurt het nog regelmatiger dat een van ons alleen reist. Per auto of per vliegtuig – veel verschil is er voor mij niet. Soms ga ik zelfs liever alleen – als je bijvoorbeeld vertraging oploopt, vind ik het fijner om alleen met mijn eigen frustraties om te hoeven gaan 🙂
Eigenlijk dacht ik dat dit voor de meeste mensen wel vanzelfsprekend zou zijn, alleen reizen. Pas toen mijn zus besloot om met mij mee te rijden naar Innsbruck en alleen terug te vliegen, ging ik hier over nadenken. Zij vond het helemaal niet zo vanzelfsprekend om alleen te vliegen. En bij rondvraag bleek dat ook mensen die veel reizen dit niet zo vaak doen en er vaak zelfs een hekel aan hebben. Dat maakte mijn zus wel extra stoer – ze houdt namelijk überhaupt niet zo van reizen. Toch boekten we haar ticket en pas op het allerlaatste moment, bij het afscheid op het vliegveld, schoot ze even vol. Zij niet alleen overigens – al was mijn reden ongetwijfeld iets anders dan die van haar. Heel stoer praatte ze ook nog even met de dame achter de controle balie. Wat haar uiteindelijk van de hele reis het meest tegenviel? De trein in Nederland – die werd weer eens omgeleid wegens werkzaamheden. Dus wie weet, volgende keer alleen heen én terug?
Ik heb echt een “stoere” dochter (nou ja, eigenlijk twee dan:)) want ik moet zeggen dat ik niet weet of ik er wel zo happig op zou zijn om alleen te vliegen. Ik hou al niet van vliegen, dus alleen is al helemaal “stoer”
-xxx- trotse smama
kijk en dat zijn nou onze dochters!!