Ik loop gniffelend rond door de gangen van het ROC. Als ik mijn kantoor inloop, kijkt de teamleider me ietwat verbaasd aan. Misschien denkt hij dat ik hem uitlach, dus ik zeg maar snel dat ik een binnenpretje heb, dat het verder ongevaarlijk is dat gniffelen van mij.
Dit gebeurt me vaker. Af en toe valt me spontaan iets te binnen voor mijn boek en dan kan ik daar helemaal in opgaan. In dit specifieke geval ging het om een naamsverandering van een van de mannelijke hoofdpersonen. Dat kan me uren, zo niet dagen, bezighouden, de juiste naam. Ineens kan het me dan te binnen schieten. En bij een naam horen associaties en dan kan ik dus spontaan beginnen te lachen. Zo maar, althans zo lijkt het voor anderen. Voor mij is het logisch, want ik zie direct voor me wat dit voor het verhaal betekent.
Ik heb al wel vaker geschreven dat het schrijfproces niet zo maar van a naar b verloopt. Soms komt er hele tijden niets, soms valt me ineens iets te binnen. Laatst dus eindelijk een naam voor een belangrijk personage. Maar een tijd terug op een feestje zelfs een hele scene. Ik zocht al een tijd naar iets smeuïgs en ineens, bam het viel me zo te binnen. Het feit dat we op dat moment op een housewarming in Duitsland stonden, kan er zo maar mee te maken hebben. Het roept toch iets op van toen – de taal, de mensen, een gevoel van er net niet helemaal bij horen.
Zo’n naamswijziging kun je ook best later doen, want dat is een kwestie van zoek en vervang. Maar op het moment dat me een hele nieuwe scene invalt, wil ik eigenlijk het liefst meteen gaan schrijven. En dus… zat ik op dat bewuste feestje ineens een tijdje op het toilet op mijn telefoon te typen. Omdat het idee dan vers is en ik er op dat moment enorm in op kan gaan. Misschien is het een beetje vreemd, maar ach. Alles voor het verhaal zal ik maar zeggen.
Het is iets dat meer schrijvers hebben. Een tip die ik om deze reden al eerder kreeg was om altijd een notitieblokje bij de hand te hebben. Al is het maar om wat steekwoorden op te schrijven. Leg er ook een naast je bed – als je wakker ligt kun je ineens een inval krijgen. En soms droom ik ook dingen waarvan ik denk ‘ja, geweldige inval!’ Ik ben een van die mensen die net na slapen misschien nog wel weet wat ik gedroomd heb, maar na het douchen? Dan ben ik het vaak al kwijt. En dus krabbel ik soms wat. Klein nadeel? Soms heb ik zelfs geen idee meer wat ik eigenlijk met mijn krabbels bedoelde 🙂 Nu kun je de toilet-scene van hier boven vast beter plaatsen…
Haha gniffelen is zo’n leuk woord. Je ‘ziet’ het voor je in de scene die je beschrijft met die collega..
Dat van die steekwoorden herken ik uit de tijd dat ik regelmatig een levensloop schreef voor een jubilerende collega van een bedrijf, maar ook van uitgebreide notulen maken.