Toen Astrid en ik elkaar leerden kennen, wisten we nog niet dat we dezelfde ambitie hadden. Onze eerste gesprekken op het callcenter waar we als student werkten, gingen niet verder dan “Klantenservice, met Astrid.” “Hoi, met Jet van studievoorlichting. Ik heb een mevrouw onder de knop die wacht op haar cursusmateriaal. Kan je haar overnemen?” “Ja, verbind maar door.”
Toen we afstudeerden en allebei op een andere afdeling van hetzelfde bedrijf kwamen werken, ontdekte ik dat Astrid goed was met taal en dat ze heel dapper ondernemer werd van Flytande. Ik vertrok bij het bedrijf en via social media hielden we contact. Verder spraken we elkaar eigenlijk nooit. Tot twee jaar geleden.
Ik liep al tien jaar rond met een verhaal in mijn hoofd. Het moest een boek worden, maar het kwam maar niet op papier te staan. Ik googelde en vroeg in mijn omgeving naar een oplossing, zonder resultaat. Een van mijn wanhoopspogingen was een mail aan Astrid. Wellicht kende zij iemand in haar netwerk die mij kon helpen.
Astrid bleek ook bezig te zijn met een boek. En had tot mijn verrassing hetzelfde probleem. We besloten om na onze vakanties af te spreken zodat we tips konden uitwisselen. We mailden nog even over de mooie plaatjes op onze insta-accounts en de conversatie was van een heel ander niveau dan bij de klantenservice.
“Zo te zien geniet je van de zomer, je foto’s op het strand en van Schotland zagen er geweldig uit.” Ik grinnikte, ik zat al een paar maanden met een burnout thuis. De week van bezinning in Schotland had niet het gewenste resultaat gehad. Wel had ik daar besloten dat mijn boek er moest komen.
“Blijkt maar weer dat social media een vertekend beeld geeft,” mailde ik terug met de uitleg.
En toen vertelde Astrid over haar periode in Oostenrijk. Een moeilijke en donkere periode, maar met vrolijke verhalen op haar blog.
Een paar weken later zaten we bij een brasserie. We hadden het even over de klantenservice, maar vooral over onze schrijfambities. En ik weet niet hoe we op het idee kwamen, maar we besloten om samen te gaan schrijven. Gewoon bij elkaar zitten, de laptop openklappen en meters maken. Want dat onze boeken na tien jaar nog niet af waren, had ook te maken met het missen van een stok achter de deur. We noemden ons plan “de schrijfplek” of “de schrijfplaats.”
Na een paar maanden schrijven werden we nieuwsgierig naar elkaars werk. Op een avond zat Astrid hardop te lachen tijdens het schrijven. Ze vertelde over een scene in haar boek over het “gouden poortje” in Innsbruck. Langzamerhand durfden we ons werk aan elkaar te laten lezen en deelden schrijfgerelateerde dilemma’s. We bleken complementair aan elkaar te zijn en hielpen elkaar verder op weg. Het samen schrijven, lezen en praten hielp ons vooruit. De woorden in ons hoofd vloeiden uit onze vingers en onze verhalen kregen steeds meer vorm. Daarnaast was het nog eens gezellig ook. Er waren avonden dat we vergaten te schrijven en vooral aan het kletsen waren.
Laatst heb ik het boek van Astrid helemaal mogen lezen. Ik heb gelachen om het “gouden poortje” en was onder de indruk van het hoge “lekker weglees gehalte”. Het is een heerlijk verhaal geworden over de uitdagingen in het leven van een expatvrouw, met een glimlach en een mooie boodschap. Over de waarheid achter een ogenschijnlijk perfect leven van een vrolijke blogger.
Ik ben trots dat ik op mijn eigen manier een steentje heb mogen bijdragen aan Verdwaald in Tirol. En dankzij Astrid is mijn boek ook bijna af. Dankjewel Astrid.
Ik raad het iedereen aan om ook een schrijfplaats of schrijfplek te beginnen. Niet alleen, maar samen. Ik ken een gezegde dat luidt: “Alleen ga je sneller, samen kom je verder.” Ik heb dankzij Astrid geleerd dat je samen ook sneller gaat en bovendien verder komt. Het resultaat is nu te bestellen, het heet: “Verdwaald in Tirol”. Veel leesplezier gewenst met dit boek!
0 reacties