Als je mij al een tijdje kent, dan weet je dat ik in januari enorm enthousiast kan worden van het idee van een eigen B&B, maar dat ik in augustus al weer vergeten kan zijn dat ik dat idee ooit opperde en dat ik inmiddels een toegewijd content manager ben en nooit meer wat anders wil. Nou ja – nooit zeg ik eigenlijk niet zo vaak bedenk ik me nu. Ik ben niet iemand die één droom heeft en die altijd heeft gehad. Toen ik net op het VWO zat was ik er van overtuigd dat ik kinderpsycholoog wilde worden. Vraag me niet waarom ik dan precies kinderen wilde behandelen… Een paar jaar later was ik er van overtuigd dat ik naar de hogere hotelschool wilde. Daar was ik zelfs zo zeker van dat ik in de zomervakantie tussen 4 en 5 VWO het vak Economie II inhaalde – want dat was een vereiste – en dat ik doorging met Frans, want je moest een tweede moderne vreemde taal in je vakkenpakket hebben. Toewijding toch? Aan het einde van mijn middelbare schoolperiode wist ik het allemaal niet meer echt en ging ik maar in Tilburg ‘iets met Nederlands studeren.’ Ik was nog nooit in Tilburg geweest en had eigenlijk geen idee van de inhoud van de opleiding. Gemotiveerd? Nee, niet echt – maar ach je moet wat als achttienjarige.
Toen ik alsnog terug ging naar de universiteit, na een redelijk flitsende ICT-carrière inclusief wat lessen technische informatica, koos ik niet met mijn verstand maar met mijn hart. Ik ging Nederlands studeren en koos voor de meest klassieke opleiding, die in Leiden. 15 jaar na dato kan ik wel toegeven dat dit ook wel een ietsiepietsie klein beetje te maken had met het feit dat mijn toenmalige verkering en mijn inmiddels man daar ook studeerde. Een feit dat ik destijds met verve ontkende. Ik dacht dat ik vast Indische letterkunde zou kiezen, of misschien wel de overstap zou maken naar Literatuurwetenschap. Uiteindelijk koos ik voor de zeer praktische richting Middelnederlandse taal- en letterkunde – gewoon, omdat ik dat echt leuk vond. En tsja voor de klas wilde ik toch al niet, dus ik dacht ook wel een beetje ‘wat ga ik ‘later, als ik groot ben’ überhaupt nog met mijn opleiding doen? Dan maar liever kiezen wat ik leuk vind en niet de vakken waarmee ik les kan gaan geven.’ Ik volgde er ook wel eens een extra vakje bij, omdat me dat op dat moment interessant leek – maar vaak raakte ik na enige tijd wel mijn interesse kwijt en strandde ik ergens halverwege dat vak.
Dat had ook alles met een gebrek aan tijd te maken. Want ik studeerde niet alleen, ik werkte er ook veel bij. Fulltime studeren was niet echt aan mij besteed, misschien ook wel omdat we nou ook weer niet zo veel colleges hadden en er dus best veel tijd ‘over’ was. De meeste jaren werkte ik naast mijn studie zo’n 16 tot 24 uur; toen ik afstudeerde werkte ik zelfs 32 uur. Mijn scriptie schreef ik volgens mijn ega in een aantal weekenden – al ging daar natuurlijk wel een hoop onderzoekstijd aan vooraf. Enige tijdsdruk zorgt bij mij zeker voor een beter resultaat 🙂 Eenmaal afgestudeerd begon ik al snel voor mezelf – ooit met het idee om dan vooral te schrijven, maar het kwam er vaak op neer da ik echt grote schrijfopdrachten niet kon aannemen, omdat ik als projectuitvoerder aan het werk was, of als salespromotor. Eigenlijk heb ik pas dit jaar voor het eerst een echt grote schrijfopdracht gedaan en dat dan eigenlijk nog ongepland ook.
Ik kan nog wel even doorgaan met schrijven over alle ideeën die ik gehad heb over mogelijke invullingen van mijn werkzaam bestaan. Die variëren van het idee dat ik coach zou kunnen worden (dat idee heeft maar heel kort bestaan) tot een eigen koffiekaartencafé (dat idee bestaat nog steeds) tot een sabbatical om een boek te schrijven (na mijn recente schrijfklus heeft dat idee wat minder glans). Met alle professionele dwalingen en verzuchtingen ‘het moet anders’ heb ik een heel arsenaal aan boeken en theorieën doorgeworsteld. Van Getting things done tot Timemanagement volgens Convey en nog een heleboel boeken en websites, maar steeds kwam ik tot de conclusie dat ik misschien een prima projectmanager ben binnen een bedrijf, maar niet als het om mijn eigen leven gaat. Ik wil me wel focussen, maar voor ik het weet heb ik al weer ja gezegd tegen een nieuw project (omdat het leuk, nieuw en spannend is) en verdwijnt de to do list toch weer in de kast.
Soms heb ik het idee dat ik me moet verontschuldigen voor het feit dat ik nog steeds maar 2 modules onderwijskunde heb gevold, ik sinds juni weer niet heb geblogd (althans, niet hier) en er van die sabbatical ook maar niets komt. Om over het maken van strategische plannen voor Flytande, Cardcetera of het boekenkaartenkoffiecafe maar te zwijgen. Nu kun je zeggen ‘hoezo verontschuldigen, van wie moet je die dingen allemaal? Van jezelf toch?’ en dan heb je gelijk. Alleen ik ‘klaag’ natuurlijk wel heel vaak over ‘geen tijd, te druk, wanneer kan ik nou eens een weekend in pyjama op de bank gaan zitten.’
Enfin – deze heel lange inleiding heb ik geschreven om tot een punt te komen, namelijk om het begrip multipotentialite te introduceren. Toen ik het volgende TEDx filmpje zag dacht ik ‘ja! Dat dus!’ Want ik blijk helemaal niet de enige te zijn die het liefst zes balletjes in de lucht houdt, heel veel totaal verschillende dingen leuk vindt en er dan, onbescheiden gezegd, ook nog redelijk goed in ben. Dus, zonder verdere introductie hierbij het filmpje – wie weet zijn er mensen die zichzelf er ook in herkennen of denken ‘ow, zo gaat dat bij Astrid.’ Ongeveer dan – want heel vaak bereik ik niet eens het punt dat ik ook daadwerkelijk iets doe met een plan en sneuvelt het al voordat ik kan ervaren of ik goed ben in hetgeen me leuk lijkt om te gaan doen.
Meer weten? Klink dan even door naar de site van Puttylike, of volg de site op Facebook.
PS: dit hele relaas gaat dus ook op voor mijn hobby’s, muzieksmaak en kledingstijl 😉 Maar die onderwerpen heb ik maar even buiten beschouwing gelaten, want dan heb ik al een hoofdstuk van dat lang verwachte boek geschreven!
0 reacties