Tijdens het wegbrengen van de minibiebboekjes, was ik op bezoek bij Sylvie en haar prachtige minibieb Elfenhuisjes. Ze was niet alleen, ook een aantal leden van haar leesclub waren aanwezig, net als de Leidse Glibber. Sylvie vroeg me of ik na de zomer langs wilde komen als de leesclub mijn boek Madame Bonheur gelezen had. Natuurlijk!
Zenuwen voor de avond met de leesclub
4 september was het zo ver en ging ik, met een gezonde dosis zenuwen, op weg naar de leesclub. Het is al best spannend als je recensies leest die geschreven worden, maar aan tafel met vijf lezeressen van je boek, dat is toch nog wel andere koek. Spoiler: aan het einde van de avond was ik vooral ontzettend blij dat deze dames mijn boek gelezen hadden! En ze nemen het serieus, de leesclub. Zo hebben ze een lijst met vragen over het boek, zoals over de eerste indruk die je hebt van het boek, de schrijfstijl van de schrijver en de hoofdpersonen en of je die geloofwaardig vindt of niet. In dit blog lees je er veel meer over – handig als je zelf ook een leesclub wilt beginnen. Maar voor we aan die vragen toekwamen, was het eerst tijd voor een voorstelrondje en wat eigen vragen.
Taalniveau
In het voorstelrondje vertelde ik over mijn ‘dagelijks’ werk als onderwijskundige en educatief materiaal. Een van de dingen die daarin heel belangrijk is: het juiste taalniveau. Misschien heb je er ooit van gehoord, misschien ook niet, maar het allergrootste deel van de Nederlanders heeft taalniveau B1. Ook als je een hoger taalniveau hebt, vind je het over het algemeen fijner om te lezen op dit taalniveau. Dat betekent niet al te lange zinnen, actief taalgebruik en een bepaalde woordenschat. Niet mijn hele boek is op dit niveau, maar ik heb wel geprobeerd om het zo toegankelijk mogelijk te schrijven. Dat is wel gelukt volgens de leesclub! Meeslepend geschreven was de algemene conclusie. Niet al te veel opsmuk, maar je wordt wel meegezogen in het verhaal. Toen ik aangaf dat ik vanwege het taalniveau de nodige uitdrukkingen in het Frans heb laten vervallen, klonk er bij sommigen toch wat teleurstelling.
Autobiografie of fictie
Wat is nu moeilijker om te schrijven: een autobiografisch verhaal of een verhaal dat helemaal fictie is? Dat was een van de prangende vragen over het schrijven. Als ik eerlijk ben, weet ik niet meer precies wat ik gezegd heb 🙂 Ik ben er ook nog steeds niet helemaal uit. Het fijne aan Verdwaald in Tirol schrijven was dat ik wist dat het geloofwaardig was: het was zo gebeurd. Maar: alleen omdat iets gebeurd is, is het nog niet interessant om te lezen. En: het was ook soms confronterend. Soms moesten er personen verdwijnen, of gebeurtenissen. Bij Madame Bonheur had ik meer vrijheid bij het schrijven, maar dat was soms ook moeilijk. Want is de motivatie van de personages wel geloofwaardig? Is het niet langdradig en krijg ik niet te horen ‘waarom deze onderwerpen?’ Ik merkte wel dat ik ook in dit boek onderwerpen koos waar ik zelf wat vanaf weet, zoals het wijnmaken. Ook schrijf ik graag over plekken die ik goed ken, waardoor ik het verhaal liet spelen in Den Haag en Parijs, steden waar ik vaak kom. En die ik ook goed heb kunnen beschrijven, aangezien gezegd is dat de lezers zich herkenden in de beschrijvingen.
Zelf invullen
Als thema’s werden genoemd trouw en lange vriendschappen. Een van de leden noemde het boek een queeste: een zoektocht naar de waarheid, waarvan je wilt weten hoe die afloopt. Dat klinkt mij als liefhebber van ridderromans natuurlijk als muziek in de oren! Daarna kreeg ik nog een mooi compliment, namelijk dat in het boek geen oordelen te lezen zijn. Je mag als lezer alles zelf invullen, zoals welke personages je aardig vindt en welke juist niet. Maar ook wat je vindt over de religieuze motieven die ook in het boek zitten. Ik wil daar verder niet te veel over delen, want dan deel ik naar mijn idee echt te veel over het verhaal en kun je niet meer zelf op zoektocht. Zelf vind ik het heerlijk om boeken te lezen waar ik het gevoel heb dat ik zelf elementen mag invullen of uitleggen, dus ik gloeide wel even van trots toen dit werd gezegd.
Emoties
Nog een mooi compliment dat ik kreeg: een van de leden van de leesclub gaf aan dat ze af en toe schreeuwde tegen het boek. ‘Natuurlijk kun je haar niet vertrouwen!’ Als schrijver vind ik dit echt een enorm compliment: de lezer leeft zo mee met de personages die ik via mijn toetsenbord tot leven heb laten komen, dat ze die het liefste door elkaar wil rammelen!
Niet heel veel later schreef Kirsten in haar recensie van Madame Bonheur iets vergelijkbaars: ‘Tijdens het lezen heb ik momenten gehad waarop ik dacht van: ‘Meid, zeg nou toch eens wat terug! Laat je niet zo behandelen! Kom op voor jezelf!’ Maar eerlijk, het waren natuurlijk andere tijden en je kunt je als jonge vrouw echt niet voorstellen hoe het 75 jaar gelezen moet zijn geweest.’
Leestip
Aan alles komt een einde, zo ook aan deze heerlijke avond met de leesclub. Ik kreeg nog twee heerlijke flessen wijn mee van mijn favoriete Nederlandse wijngaard, St. Martinus. Die gaan op een mooi moment open! Als afsluiting vroegen de dames nog om een leestip. Aangezien ik deze zomer behoorlijk wat boeken las, vond ik dat nog een lastige vraag. Maar na even denken wist ik het en ik geef jullie ook graag nog deze tip: De stem uit het bos van Liz Moore. Een ontzettend origineel boek, over de zoektocht naar twee kinderen uit de familie Van Laar die jaren na elkaar verdwijnen in hetzelfde bos. Goed geschreven en vooral: een zoektocht die je regelmatig op het verkeerde been zet.
Het was een topavond en ik hoop dat ook de fles Vriendschap ‘ je gaat bevallen
Dat ga ik je zeker laten weten Sylvie! Kan even duren – de zomer is meer de tijd voor witte wijn vind ik meestal, maar komt goed! En nogmaals dank voor de uitnodiging en de wijn.