Na het VWO ging ik naar de Universiteit van Tilburg. Was ik overtuigd van die keuze? Nee eigenlijk niet. In de jaren daarvoor wilde ik kinderpsycholoog worden, in het hotelwezen gaan werken, twijfelde ik over de HEAO en toen het echt tijd werd om te kiezen, toen wist ik het echt niet. Ik was goed in Nederlands en Engels, ik las graag en buiten dat? Had ik geen idee. Eigenlijk ging iedereen studeren, aan de universiteit. Op mijn twee beste vriendinnen na – eentje ging een jaar rondtrekken in Australië en Nieuw-Zeeland, de ander werd au-pair in Londen. Ook al was ik goed in Engels: dat leek me allebei te spannend. En hoe dan ook vroeg geen van beiden me mee, dus meeliften met hun plannen was geen optie. Mijn gevoel zei me dat ik beter moet nadenken, misschien een time-out moest nemen, even werken – maar dat deed niemand.
Dan dus maar de universiteit. Hoe ik in Tilburg terecht kwam? Ik zou het niet meer kunnen vertellen. Er was een gesprek met de decaan, maar wat daar gezegd is? Ik weet het niet. Ik had er zo weinig zin in, dat ik ook niet naar de introductieweek ging van de opleiding. Welke opleiding? Tsja. Daar heb je me opnieuw – ik weet dat er 1 propedeuse was, voor wat na die gemeenschappelijke propedeuse vier opleidingen werden. Waarbij een de focus had op literatuur en dat wilde ik gaan doen. Lezen – dat deed ik graag. Wat ik daar dan na de vier jaar studeren mee wilde gaan doen in de praktijk, daar had ik dan weer geen idee van.
U leest: ik was echt volop gemotiveerd en overtuigd van mijn keuze 🙂 En dus vindt u het vast ongelooflijk om te lezen dat ik na week 1 al dacht: dit is niet mijn opleiding. Alleen tsja, ik wist nog altijd niet wat dan. En met het idee dat ik na de propedeuse echt kon doen wat ik wilde en dat een jaar zo voorbij is ging ik dus toch maar door. Mijn onderbuikgevoel negerend. Om na een half jaar, net voor de toen magische grens van 1 februari (je studiebeurs werd dan niet direct een grens) te stoppen met mijn opleiding. Want met 3 studiepunten lag het voor de hand dat ik niet verder zou mogen na de propedeuse. Het idee was toen om een paar maanden te werken en te bedenken wat ik dan het volgende collegejaar wel wilde gaan doen. Waar ik wel een goed gevoel bij zou hebben.
Kiezen – ik vind het vaak lastig. Vaak zegt mijn onderbuikgevoel het een en mijn verstand het ander. Vaak wint mijn hoofd – zoals toen in Tilburg – maar soms, soms zegt mijn gevoel zo hard wat anders dat ik wel moet luisteren. Half maart begon ik vol overtuiging aan een compleet nieuwe opdracht, een buiten mijn gebruikelijke werksfeer van uitgeverijen. Eigenlijk was het gevoel na week 1 al niet goed – ‘maar,’ zo dacht ik, ‘geef het tijd, hoe lang is het geleden dat je echt aan een nieuwe opdracht begon, in een nieuwe werkomgeving? Dat heeft tijd nodig.’ Aan het begin van iedere week wilde ik het bijltje erbij neergooien, waarna er in die week steeds weer wat gebeurde waardoor ik dacht ‘geef het nog wat tijd.’ Maar tijdens de vakantie dacht ik ‘nee, vertrouw nu maar op je onderbuik. Anders geef je jezelf over een half jaar een onvoldoende.’ En dus gaf ik de opdracht terug – met een heel opgelucht gevoel als gevolg. Dat het spontaan ook beter weer werd, beschouw ik maar als een teken dat het de goede keuze was 😉
Goed bezig dochter, je mag gewoon op je eigen gevoel afgaan, beter dan weken of maanden te blijven twijfelen! Geniet nu eerst maar even van het mooie weer dan komt de rest ook wel weer xxx