Hoe het allemaal begon….
Drie weken geleden begonnen we aan ons interrail 2.0 avontuur. Het plan kwam voort uit het geval dat we een ander soort vakantie wilden dit jaar. Anders dan kamperen, of dan een ander deel van de Griekse eilanden verkennen. Toen we niet beiden meteen gingen juichen over een verre reis naar Afrika of Azië, gooiden we het over een andere boeg. Sicilië, al dan niet in een combinatie met Corsica dacht ik. Mijn eega maakte daar iets anders van – interrailen, wie weet helemaal richting Palermo. En toen dacht ik (vrijwel) meteen ‘ja, leuk!’ En dus kochten we een pas, 10 dagen reizen door heel Europa. We bepaalden een startpunt: Genève. Nou ja we – ik kan wel stellen dat mijn eega leidend was in deze keuze en in het reserveren van de benodigde treinen. Verder zouden we het onderweg wel zien – we hadden niet meer dan wat namen van steden (Turijn, Rome), een mogelijk verste punt (Palermo) en daarnaast een periode van drie weken waarin Europa aan onze voeten lag. Een heerlijk idee – geen vast omlijnd plannen, kijken waar de trein ons heen zou brengen.
De eerste stap: Zwitserland
En zo stapten we op 31 mei in Rotterdam op de trein naar Paris Nord – waar we niet gingen genieten van de Champs Elysees of de Eiffeltoren, nee we stapten er direct op de metro naar Paris Gare de Lyon. En vanuit daar gingen we naar Genève. Eind van de middag liepen we door zonnige straten naar het meer. Mijn eerste schreden in Zwitserland en het officiële begin van drie weken interrailen.
De dagen daarna kreeg het plan meer vorm. We besloten wat langer in Zwitserland te blijven. Met Genève was het voor mij love at first sight- prachtig, de ligging aan het meer! – en omdat het weer ook mooi bleef besloten we toch te kijken of we een van de bergtreinen konden nemen. Vooraf hadden we bedacht dat dit alleen leuk zou zijn bij mooi weer, anders zie je alleen wolken, mist of regen. En daar zijn de reserveringen – ja die betaal je dus bovenop je interrailpas nog wel – net wat te duur voor.
In de voetsporen van Rail away
Het werden uiteindelijk twee panoramatreinen. Als eerste de Glacier Express en een dag later de Bernina Express. Daarvoor gingen we nog naar Montreux, waar we een wandeling door een kloof maakten, met een mini-trein de berg op gingen en dreigend onweer er voor zorgde dat het afdalen iets sneller verliep dan gepland. Dat maakten we dan weer goed met wijntjes drinken in het befaamde jazz-café. We bezochten ook nog het casino met daarin de voormalige studio van Queen – nooit geweten dat Freddy Mercury een standbeeld in Montreux had! Al met al: Zwitserland is prachtig en je kunt er heerlijk kaasfonduen. Wat me er aan doet denken dat we ook nog naar St. Moritz gingen en ja – daar aten we dus kaasfondue, op basis van champagne. Probeer het uit! Daar hadden we best langer willen blijven als we vooraf hadden geweten hoe mooi je daar kunt wandelen. Maar de Bernina Express wacht niet op ons en dus bleef het bij een korte kennismaking. Binnen een week verlieten we Zwitserland om door te interrailen (is dat eigenlijk een werkwoord?) naar Italië.
Hernieuwde kennismaking – als dat maar goed gaat!
En dat land had iets goed te maken met mij… want in 2011 was het bepaald geen liefde op het eerste gezicht, zelfs niet op het tweede gezicht. Rome zorgde voor een kleine kriebel – maar daar bleef het dan ook bij. Tijd voor een tweede poging en die begon in Turijn – de stad die mijn eega al goed kende door een congres en die mij moest overtuigen dat Italië echt wel leuk is. En…. dat is gelukt. Turijn is een fijne stad om rond te wandelen, je kunt er heerlijk eten en er wonen fijne mensen. Dat we er prachtig weer hadden deed vast ook een duit in het zakje; al hadden we dat in 2011 ook. Maar zelfs op de ochtend dat het zou gaan regenen en onweren vermaakten we ons prima met een bezoekje aan het Egyptisch museum. Een aanrader, mocht je er ooit in de buurt zijn. Net als een drankje op een van de vele pleinen – veelal met gratis hapjes. Zo kom je de tijd tot je met goed fatsoen in een restaurant kunt gaan zitten op prettige wijze wel door!
Na twee nachten gingen we door naar Genua – of Genova of La Superba – havenstad met veel gemengde culturen. En dat merk je… het ene moment is het prachtig en sta je op een groot en schoon plein en het volgende moment stinkt het naar pis en denk je ‘staat daar nou een hoertje?’ En dat gewoon overdag. Maar ook hier fijne mensen, mooie kerken en lekker eten. Helaas geen Ilja. Op een gegeven moment ging ik zo op in zijn boek, dat ik na iedere bocht dacht ‘nu moet hij toch echt voor me staan.’ Maar nee.
Via de kust bracht de intercity ons op zondag in 5 uur naar Rome. Maar die hernieuwde kennismaking bewaar ik tot blog twee over deze reis… Zou deze net zo goed bevallen als de hernieuwde kennismaking met interrailen? Enig idee? 🙂
0 reacties