Vroeger gingen wij op vakantie in Joegoslavië, Hongarije of Tsjechoslowakije. Een hele onderneming voor mijn ouders denk ik – met 3 kinderen en een wagen volgeladen met campingspullen (later ook met een vouwwagen en nog later met een caravan achter die volgeladen auto) een lange rit maken is vast geen lolletje. Zeker niet als je in het land van aankomst ook nog een visum moet regelen, gebruik makend van handgebaren terwijl je zelf ook vermoeid bent én dat grut in de gaten moet houden. Enfin – ik kan me van die ritten als eerste vooral herinneren dat mijn zussen en ik een beetje strijd hadden over wie in het midden moest zitten. Maar wat ik me ook nog heel goed herinner is het bandje met liedjes van Urbanus van Anus. Vooral die laatste naam vonden we natuurlijk erg grappig. In mijn herinnering was het altijd hetzelfde bandje, met dezelfde liedjes. Voor ons een soort van greatest hits van deze Vlaamse komiek, met liedjes als Bakske vol met stro, Madammen met een bontjas en Theo. Op een gegeven moment viel ik vaak in slaap – met het gemurmel van mijn ouders voorin en het gekletst van mijn zussen achterin als veilig en geruststellend achtergrondgeluid.
Wat ik me ook nog goed kan herinneren is de show waarin Urbanus met een soort langwerpige wortel op zijn hoofd opkwam – ik herinner me dat zo goed omdat ik mocht opblijven om die show (in 2 delen natuurlijk) met mijn vader te kijken. Een hele happening. Ook de films Hector (Nog choco!) en Koko Flanel herinner ik me heel goed. Maar de herinnering aan dat bandje in de auto is toch wel het sterkste.
Eind februari stond Urbanus met zijn show ‘Urbanus zelf’ in het Oude Luxor in Rotterdam. Toen mijn eega voorstelde er heen te gaan was ik een beetje sceptisch. Zouden zijn grapjes niet belegen zijn? Was de man niet al lang met pensioen en als hij dat nog niet was, was het daar dan geen tijd voor? Maar anderzijds: helden van vroeger blijven je toch bij en het was er nog niet van gekomen om naar het Oude Luxor te gaan. En dus togen we op een donderdagavond naar het theater, ik met een enigszins gemengd, sceptisch gevoel. En wat denk je? Hij kwam om met diezelfde wortelhoed!
Wat volgde was ongeveer het bandje van mijn jeugd – op 2 nieuwere liedjes na, waarvan ik er een ook nog vaag kende. En wat mogelijk het lied is waarmee hij in Nederland het meest bekend is geworden, namelijk Poesje Stoei, maar dat terzijde. Tranen met tuiten – van het lachen dus. Een beetje ouderwets is de humor wel, maar de Vlaamse charme maakt heel veel, zo niet alles, goed. En het gevoel van die ritten in de auto kwam in het donker van het theater, met het gemurmel van de mensen om ons heen, ook wel heel snel terug. Niets mis dus met een beetje nostalgie!
Astrid,
BEDANKT!
de chauffeur