De eerste keer dat ik dacht ‘ik ga een boek schrijven’ was ik denk ik een jaar of 11, 12. Ik was dol op series als ‘De Wildhof’ (waarom heette ik geen Mandy?) en ‘Manage Picadero’ (best opmerkelijk voor iemand die bang was, correctie is, voor paarden). Mijn boek ging over een meisje dat in de zomervakantie eerst 4 weken een mooie vakantie ging maken en dan nog 2 weken op paardenkamp ging. Het werd natuurlijk steeds fantastischer in mijn hoofd – maar daar bleef het ook, in mijn hoofd. Ik zette nooit een letter op papier.
Jaren later dacht ik vaak aan het schrijven van een ‘echt’ boek. Een lesboek schrijven (wat ik regelmatig doe) is natuurlijk heel dankbaar werk en vaak ook erg leuk, maar heel creatief is het niet. De onderwerpen zijn namelijk al voor je bepaald. Allerlei onderwerpen schoten door mijn hoofd – maar ook toen bleef het daar weer bij. Zitten, echt schrijven – als er een planning is en een deadline kan ik dat heel goed, maar gewoon zo maar, voor mezelf? Ieder jaar denk ik weer ‘en nu doe ik mee aan NaNoWriMo’ en ieder jaar denk ik na een week ‘ik haal die achterstand nog wel in.’ Niet dus.
En toen was het begin 2014. Inmiddels had ik ruim twee jaar redelijk frequent blogs geschreven en was volgens mij de tijd daar. Ik ging een boek maken van die blogs. Natuurlijk zou ik ze mooi aan elkaar schrijven, extra verhalen toevoegen, foto’s gebruiken, tips geven over geweldige plekken in Innsbruck en Oostenrijk en zo waar, ik ontwikkelde zelf deze website en schreef zelfs een inleiding. Ik had zelfs al een grove inhoudsopgave – wat een progressie! Maar zoals ze zeggen ‘life is what happens to you when you are busy making other plans.’ Cliché – maar als er geen kern van waarheid in zou zitten dan zou het geen cliché zijn toch?
We verhuisden terug naar Nederland en ik moest weer wennen en mijn plek zoeken. Van schrijven kwam het niet echt meer, ja zo heel af en toe een blog. Na verloop van tijd leek de noodzaak van het schrijven van een boek over de periode in het buitenland weg – die tijd is geweest, de gebeurtenissen werden al meer herinneringen. Maar toch, het liet me niet los. En ergens in 2018 kreeg het meer vorm. Ik liet het idee los dat het een exact verslag moest zijn en bedacht een indeling. Ik boekte een schrijfreis naar Portugal. En daar op die berg zag ik in dat als het dan toch een roman moest worden, ik alles los moest laten. En tegelijkertijd dat ik terug moest naar de Astrid van voor de verhuizing, naar haar dromen en gedachtes. En dat was best pittig.
Maar het hielp wel – je een week onderdompelen in het schrijfproces, samen met een inspirerende groep. Na die week wist ik dat het er in zat. Het was alleen nog ‘even’ doorwerken. En langzaam maar zeker, woord voor woord naderde de eerste versie van mijn manuscript de voltooing.
Nu is de fase aangebroken van het afwachten – vind ik een uitgever? Over dat proces schrijf ik hier. En natuurlijk over allerlei andere dingen die mij bezig houden.
0 reacties