
In de weken die volgen leert Elisabeth alles over het plukken van druiven, het sorteren van de geplukte druiven en het persen van de druiven voor de eerste gisting. Ze geniet met volle teugen van het werk, de gesprekken met de andere plukkers en vooral van het samenzijn met Gérard. Want hoewel Dorothee probeert om ze van elkaar te scheiden, door ze ieder op een andere plek aan het werk te zetten, trekken Elisabeth en Gérard zich daar niets van aan. Ze gaan tijdens het werk verder met de gesprekken die ze een jaar eerder over hun toekomst hebben gevoerd. Waarbij ze nu iets voorzichtiger zijn als het gaat over het maken van plannen om ergens anders te gaan wonen dan op de wijngaard. Gérard wil hoe dan ook zijn belofte aan Julien houden.
‘Wie weet leert hij omgaan met zijn beperking. Vanuit een rolstoel kun je ook best werken. Maar zo lang hij me nodig heeft op de wijngaard, wil ik hier zijn.’
Elisabeth begrijpt hem helemaal. Hoe meer ze leert over de werkzaamheden, hoe meer ze zich afvraagt waarom ze hier überhaupt weg zouden gaan. Het is een prachtige plek en ze kijkt uit naar de volgende stap in het proces van wijn maken. Al zal ze dan wel samen moet werken met Dorothee, iets waar Elisabeth niet naar uitkijkt. Ook Gérard is inmiddels minder mild over zijn schoonzus. Hij begrijpt haar verdriet en frustratie, maar vindt dat ze dat niet allemaal op Elisabeth hoeft af te reageren.
Eind september liggen Elisabeth en Gérard samen na een lang dag plukken tussen de wijnranken te genieten van de blauwe lucht. Af en toe drijft een wolk voorbij. Elisabeth laat haar hoofd rusten op Gérards borst en geniet van het gevoel van rust en zijn nabijheid. Nog even samen zijn, voor ze aanschuiven aan de eettafel en ze weer de afkeurende blik van Dorothee op zich zal voelen rusten. Hoe hard ze ook werkt, er is altijd iets aan te merken op wat ze die dag heeft gedaan. Of vooral: op welke plek op de wijngaard ze dat heeft gedaan. Dat Gérard voor haar opkomt doet haar goed, maar ze heeft niet het gevoel dat ze ooit een vriendschappelijke band met haar schoonzus zal opbouwen.
Terwijl Gérard met zijn hand over haar arm streelt, zucht hij diep.
‘Ik heb definitief besloten om niet terug te gaan naar Bordeaux voor mijn studie dit jaar. Ik vind het vreselijk dat ik je dan minder vaak ga zien, maar ik kan mama en Dorothee nu niet hier alleen laten. Dat laatste jaar komt nog wel een keer. Wie weet wat Julien in de toekomst allemaal weer zelf kan doen, maar tot we dat weten wil ik Dorothee niet met alle beslissingen opzadelen.’
Elisabeth draait zich om zodat ze hem aan kan kijken.
‘Ik begrijp het helemaal. En ik ga het bij de familie Jumelet zeker naar mijn zin hebben. Je kunt Isabeau ook echt niet alleen laten met Dorothee, dan verpietert ze helemaal. Als je maar belooft dat je ooit je studie afmaakt. En dat je als je in Bordeaux moet zijn mij wel komt opzoeken. Ook als het maar voor vijf minuten is.’
‘Dat beloof ik liefste.’ Gérard kijkt haar diep in haar ogen en kust haar. Ze voelt zijn handen verder op onderzoek uitgaan. Van haar armen naar haar rug, verder naar onderen richting haar heupen en haar billen. Dan draait hij haar op haar rug en hangt boven haar. Hij kijkt haar aan met een blik die ze niet goed kan duiden. Dan begint hij haar weer te kussen, hongeriger dit keer. Van haar lippen gaat hij naar beneden, naar haar hals. Elisabeth voelt hoe haar hele lichaam naar hem verlangt en ze komt iets omhoog.
Gérard kreunt en fluistert in haar oor ‘ik zou zo graag verder gaan.’
Opnieuw komt ze iets omhoog, om aan te geven dat zij ook niets liever wil. Hij trekt haar dunne shirt omhoog en kust haar borsten. Net als hij met zijn handen omlaag gaat over haar buik, horen ze voetstappen dichterbij komen. Snel gaat Gérard rechtop zitten, terwijl Elisabeth haar shirt naar beneden trekt. Nog voor ze op kunnen staan staat Dorothee voor ze.
‘Hebben jullie enig idee hoe laat het is? We zitten al meer dan een uur op jullie te wachten. Wat zijn jullie aan het doen hier?’ Ze torent boven hen uit en Elisabeth voelt zich een kind dat terecht gewezen wordt.
Gérard staat op en helpt haar overeind.
‘We zijn na een lange werkdag even in het gras gaan zitten en in slaap gevallen. Is dat een reden om ons als kinderen te behandelen?’, antwoordt Gérard.
Elisabeth wil bijna applaudisseren voor hem, zo blij is ze dat hij zich niet door Dorothee terecht laat wijzen.
‘In slaap gevallen? Maak dat de kat wijs. Jullie rode gezichten verraden wat anders. Net als jouw shirt Elisabeth, of kruipt dat altijd omhoog tijdens het slapen?’
Dorothee draait zich om en Elisabeth en Gérard lopen in rap tempo met haar mee naar huis, waarbij ze af en toe een blik uitwisselen. Het lukt ze allebei om niet in lachten uit te barsten.
Eenmaal aan tafel vraagt Isabeau hoe de dag is geweest. Elisabeth kan haar lachen niet meer inhouden en al snel valt Gérard haar bij.
‘Nou wat er ook is gebeurd, jullie hebben volgens mij een fijne dag gehad’, constateert Isabeau tevreden.
‘Misschien wat te fijn’, zegt Dorothee nors.
‘Er is niets gebeurd dat niet door de beugel kan Dorothee. En als dat wel zo was, dan is dat altijd nog onze eigen zaak. Ik ben je geen verantwoording schuldig.’
‘Vergeet niet dat jullie niet getrouwd zijn Gérard. Dus het is niet alleen jullie zaak. Als de kerk erachter komt wat hier gebeurt. En dat na die blamage tijdens de uitvaartdienst van mejuffrouw.’ Dorothee kijkt Elisabeth afkeurend aan.
‘Dat weten we nu wel Dorothee’, komt Isabeau tussenbeide. ‘Zullen we het nu over het oogstfeest van vrijdag hebben? Want de plukkers hebben wel een verzetje verdiend.’
Als ze alle details hebben besproken, staat Isabeau op om naar boven te gaan.
‘Houd het gezellig, willen jullie? Elisabeth, wil je me nog even voorlezen?’
Naast de uren die ze samen met Gérard op de wijngaard werkt, zijn dit de momenten waar Elisabeth van geniet. Als Isabeau energie heeft, vertelt ze over alles wat Gérard heeft uitgespookt op de wijngaard, al dan niet samen met Julien. Heeft ze geen energie, dan leest Elisabeth haar voor. Waarbij de pientere oudere dame het niet kan laten opmerkingen te maken op wat er in de voorgelezen verhalen gebeurt.
Als Elisabeth een klein uur later weer beneden is, staat ze opnieuw aan de keukendeur te twijfelen of ze naar binnen zal gaan. Aan het volume van hun stemmen te horen hebben Gérard en Dorothee een verhit gesprek.
‘We moeten uitsluitsel geven Gérard, anders moeten we het bootticket sowieso gaan betalen. Zie je dan niet dat dit een uitgelezen kans is voor ons? De bekendheid van onze wijngaard vergroten. En wie weet kun je vaker naar Australië, je laten betalen voor je kennis.’
‘Jij denkt alleen maar aan de wijngaard. Maar ik denk ook aan Elisabeth en Isabeau.’
Dorothee maakt een snuivend geluid.
‘Als jij aan Isabeau zou denken, dan zou je je niet laten lijden door je lusten. Denk je er niet aan hoe het voor haar zou zijn, als bekend wordt dat jij met je Hollandse liefje het bed deelt? Als je in Australië zit, kan dat in ieder geval ook niet
‘Hij zal dit toch niet echt overwegen?’ denkt Elisabeth als Gérard stil blijft.
‘Ik zal niet ontkennen dat ik het steeds moeilijker vind om niet toe te geven aan mijn lusten, zoals jij dat noemt Dorothee. Maar geloof me, tot nu toe lukt dat. Er moet toch een andere manier zijn om dat nog vol te houden tot we kunnen trouwen?’ Gérard klinkt vertwijfeld.
‘Misschien als het alleen om jou ging.’
‘Ach Dorothee begin niet weer over de duivel. Ik weet dat jij daarin gelooft, maar ook al zou Elisabeth helemaal niet religieus zijn, dan zou mij dat niet uitmaken.’
Elisabeth hoort een stoel naar achteren schuiven en besluit dat het beter is niet weer betrapt te worden. Ze opent de deur en ziet Dorothee op zich afkomen.
‘Ah, daar zul je haar hebben. Ik zeg het nog een keer Gérard, ze brengt ongeluk. Of de duivel er de hand in heeft weet ik niet, maar bedenk eens wat er allemaal gebeurd is het afgelopen jaar. Van een slecht voorjaar tot het ongeluk tot nu een kleine oogst. Wat gebeurt er hierna?’
Elisabeth kijkt haar aanstaande schoonzus vertwijfeld aan. Zou ze dit echt allemaal geloven?
‘Dit weekend moet je besluiten Gérard, dan kunnen we de overtocht nog annuleren.’
Als Dorothee weg is, snelt Elisabeth naar Gérard toe.
‘Je gelooft die onzin toch niet zeker?’
Gérard lacht, maar niet van harte.
‘Nee. Maar wat wel zo is, is dat ik het steeds moeilijker vind om niet bij je te slapen. Om me steeds opnieuw in te houden.’
‘Liefste dat geeft toch niets? We gaan toch trouwen, wat maakt het uit wanneer dat is?’
Hij schudt zijn hoofd.
‘Dorothee heeft wel gelijk. Als het uitkomt, als iemand weet dat we samen zijn geweest voor we getrouwd waren en jij bekeerd… Dan zijn we de kerk kwijt als klant. Al onze buren zullen ons met de nek aankijken. En erger nog, ik weet niet of we nog bij de andere wijnmakers aan kunnen kloppen dan. Het risico is te groot. En dan heb ik het nog niet over het grootste risico.’
Elisabeth kijkt hem niet begrijpend aan.
‘Dat je zwanger wordt. Ik zou niet weten hoe ik dat je tante moet vertellen!’
‘Maar we kunnen toch voorzichtig zijn?’ Elisabeth begrijpt zijn angst niet.
‘Ik weet het niet liefste. Ik weet alleen wat ik je tante heb beloofd. En ik weet ook hoe de wijngaard er voor staat. Nu we extra mensen hebben ingehuurd, moet er ook extra geld binnenkomen. Dat kan ik in Australië verdienen. We zijn al eerder een jaar van elkaar gescheiden geweest…’
‘En dat duurde vreselijk lang!’ Elisabeth voelt hoe ze bijna in tranen uitbarst. ‘En toen was ik bij tante, niet bij die vreselijke Dorothee. Toen hield ik het al bijna niet vol.’
Gérard neemt haar in zijn armen en strijkt over haar haren.
‘Ik weet het liefste, ik weet het. Maar je hoeft niet bij Dorothee te blijven. Je kunt naar de Jumelets. En je achternicht is hier. Laten we er allebei nog eens rustig over nadenken, goed? We hebben nog een paar dagen.’
‘Maar daarin ga ik niet van gedachten veranderen Gérard, als je dat maar weet.’ Koppig maakt ze zich los uit zijn omhelzing en gaat naar boven. Zonder nog naar hem om te kijken.
© Astrid Habraken – alle rechten voorbehouden. Madame Bonheur – een Haagse roman verschijnt in 2023 in eerste versie in feuilletonvorm. Iedere aflevering is gecorrigeerd, schrijf- en tikfouten voorbehouden. In 2024 zal een complete, waar nodig herschreven versie verschijnen in boekvorm. Fysiek, dan wel als e-book.
0 reacties