Aflevering 33, 20 oktober 2023

Den Haag, maart 1960

Een paar dagen na de begrafenis van oom Leendert is meneer Gascogne terug gegaan naar Parijs, naar zijn vrouw en kinderen. Elisabeth heeft besloten nog even bij haar tante te blijven. Ze wil haar graag overtuigen om ook naar Parijs te verhuizen. Op een ochtend na het ontbijt, merkt Elisabeth aan alles dat haar tante ergens mee zit. ‘Als u me nog wat wil vragen over de tijd dat we elkaar niet spraken…’

Sophia aarzelt even. ‘Lieve kind, ik weet niet hoe ik dit moet vragen, maar ik ga het toch doen. Wat is er in Bordeaux eigenlijk precies gebeurd? Wat is er mis gegaan tussen jou en Gérard?’ 

‘Ach tante, dit is niet het moment. U bent al zo verdrietig, laten we het over andere dingen hebben. Heeft u al nagedacht of u met mij mee wil, naar Parijs? De familie zou dat heel fijn vinden. En u bent hier nu zo alleen.’

Haar tante glimlacht. ‘Als je denkt dat je me zo makkelijk kunt afleiden, dan moet je nog veel leren. Misschien is dit niet het moment, maar ik heb het me al die tijd dat we geen contact hadden afgevraagd. Dus zeg niet dat het maar een kalverliefde was. Daar geloof ik niets van, dan zou je nu niet zo’n gepijnigde blik in je ogen krijgen als je het over Gérard hebt. En waarom zou hij dan naar Den Haag gekomen zijn om je te zoeken? Die moeite had hij zich ook kunnen besparen als het maar een kalverliefde was.’

Elisabeth kijkt haar tante verschrikt aan. ‘Mij komen zoeken?’ 

Haar tante knikt. ‘Gérard is hier twee keer geweest. De eerste keer was ik te kwaad op hem om te luisteren wat hij te zeggen had. Ik wist niet waar jij was en dat kon alleen maar zijn omdat hij jouw hart gebroken had. Dat dacht ik tenminste… Leedert heeft toen met hem gepraat. Lang, dat weet ik nog heel goed. Ik liep in de slaapkamer te ijsberen en werd steeds bozer. Maar ik gunde Gérard niet dat hij dat zou zien. Hij had zijn belofte aan mij verbroken, hij zou voor je zorgen en dat had hij duidelijk niet gedaan. Ik vond dat hij dat moest voelen. Volgens Leendert was hij gebroken en intens verdrietig. Hij vertelde dat Gérard na een lange reis terug was gekomen op de wijngaard en er toen achter kwam dat jij ineens vertrokken was. Dat hij tijdens de reis bijna dagelijks brieven had geschreven om jou te laten weten wat hij meemaakte. En je te vertellen hoe zeer hij je miste. Toen hij terugkwam was er maar een briefje van jou, waar hij je helemaal niet in herkende. Dat je wilde dat hij je niet kwam zoeken geloofde hij niet. Daarom is hij naar Den Haag gekomen. Om ons te smeken om jouw adres.’

Elisabeth kan een rilling niet onderdrukken.

‘Ik heb maar een paar van die brieven ontvangen.’

‘Daar was hij al bang voor. Gérard verteld  dat hij dacht dat zijn schoonzus je weggejaagd had. Dorothee heet ze toch? Je schreef in je brieven aan mij niet echt veel over haar, dus ik wist niet wat ik daarvan moest denken.’ 

‘Zo erg was Dorothee nou ook weer niet.

Sophia kijkt haar onderzoekend aan.

‘Ik geloof je niet. Je stem trilt als je alleen haar naam maar zegt. Wat zou er gebeuren als ze hier voor je stond?’

‘Ach tante, echt. Het is zo lang geleden. Wat moet ik er nog over zeggen? Gérard is mij al lang vergeten. Ik hem ook trouwens.’

‘Natuurlijk. Daarom kun je mij nauwelijks aankijken. Luister liever naar wat ik te vertellen heb over de tweede keer dat hij hier was. We hadden net gehoord van de familie Gascogne dat je in Parijs was, aan het werk als gouvernante. Wat was ik opgelucht! Kind ik heb echt gedacht dat je dood was, dat ik nooit meer de kans zou krijgen om het goed te maken.’

Sophia knijpt even in Elisabeths hand, alsof ze zeker wil weten dat haar nichtje hier echt naast haar op de bank zit.

‘Goed, dat is geweest. Maar Gérard dus, ineens stond hij weer voor de deur. Het was begin augustus. Eigenlijk wilde ik hem vooral eens goed de waarheid zeggen. Want jij was misschien wel terug in ons leven, maar uit je brieven kon ik wel opmaken dat je niet langer het vrolijke, spontane en vooral verliefde nichtje was dat ik aan hem had toevertrouwd. Aan alles kon ik merken dat er meer was gebeurd dan je wilde schrijven. Maar ik durfde niet aan te dringen, niet door te vragen. Bang als ik was dat je weer zou verdwijnen. Ik wilde hem zeggen dat hij mijn vertrouwen had beschaamd. Tot ik hem aankeek. Je oom had gelijk. Gérard had echt geen idee waarom je weg was gegaan en hij was nog steeds verdrietig, dat kon ik aan alles zien. Die grote, energieke man stond daar als een geslagen hond, met een gepijnigde blik. Maar belangrijker nog, hij hield nog steeds van je, ook dat was heel duidelijk.’

‘Toch was het beter zo.’

‘Omdat jullie relatie vervloekt zou zijn? Geloof je dat nou echt?’

Elisabeth slaat haar handen voor haar mond. ‘Hoe weet u dat?’

Sophia staat op en loopt naar het dressoir. ‘Hij heeft me jouw brief laten lezen. En ook ik dacht dat je dat onmogelijk zelf geschreven kon hebben. We hebben je nooit opgevoed met welk geloof dan ook. Maar wat in die brief stond, over twee geloven op een kussen. Lieverd, wie heeft je dat wijs gemaakt?’

Elisabeth weet niet wat te doen of te zeggen. Hoe kan ze haar tante opzadelen met haar geheim, ze heeft net haar man verloren. Elisabeth staat op en rent de kamer uit, de straat op. Ze heeft frisse lucht nodig en tijd om te bedenken hoe ze haar tante kan vertellen over de zonde die ze begaan heeft. En het vreselijke lot dat haar kindje heeft getroffen.

Als Elisabeth een paar uur later terugkomt, ziet ze Sophia heen en weer lopen voor de hoge ramen. Zodra ze Elisabeth op straat aan ziet komen, rent ze richting de deur.

‘O lieverd, ik dacht echt dat ik je nu voor altijd kwijt was.’

Sophia huilt en trekt Elisabeth in een stevige omhelzing. Ook Elisabeth begint te huilen.

‘Als u mijn verhaal hoort lieve tante Sophia, denk ik dat u zou willen dat ik niet terug was gekomen.’ 

‘Nooit, lieverd, nooit. Niets kan zo erg zijn.’ 

Ze lopen samen naar binnen. Als ze hun tranen gedroogd hebben, begint Elisabeth haar verhaal. Eerst aarzelend, maar terwijl ze praat merkt ze hoe er een last van haar schouders valt nu ze eindelijk haar verhaal kan delen. Zeker als haar tante haar steeds steviger vastpakt en niet afkeurend kijkt, maar vol begrip en medelijden. Af en toe slaakt ze een kreet, maar ze laat Elisabeth doorpraten en daar is Elisabeth haar dankbaar voor. Ze zou nu niet om kunnen gaan met onderbrekingen of bezwaren, het voelt alsof haar verhaal er nu in een keer uit moet.

‘Snapt u nu waarom ik niet anders kon dan weggaan? Waarom het beter was dat Gérard opnieuw zou beginnen, met een meisje van daar, dat past binnen de tradities, waarmee hij de wijngaard kon uitbouwen? Waarmee hij kinderen zou kunnen krijgen?’

‘Ik snap waarom je dat toen dacht. Maar Gérard heeft niets verteld over een dood kindje of een vloek. Hij kwam hier voor jou, omdat hij er niets van begreep waarom je weg was. Dus wat Dorothee ook heeft gezegd, hij denkt daar anders over. En Isabeau ook, hij vertelde dat zij je ook nog altijd miste en vol liefde vertelde over jouw steun na het overlijden van haar man.’

‘Maar Isabeau was ernstig ziek volgens zuster Agnetha. Leeft ze nog?’

‘Toen Gérard hier was in ieder geval nog wel.’ Sophia staat op en loopt naar het dressoir. Daar pakt ze een envelop. ‘Misschien brengt deze brief duidelijkheid. Gérard heeft hem hier achtergelaten. Ik wilde jouw adres niet geven, maar heb wel beloofd dat als ik je zou zien, ik je deze brief zou geven als ik dacht dat de tijd er rijp voor was. Ik geloof dat het nu zo ver is.’ 

Sophia geeft haar de envelop. Ze herkent direct het krachtige handschrift van Gérard.

Mijn allerliefste Elisabeth,

Ik hoop dat je deze brief heel snel leest. Want pas als ik jou zelf zie en uit jouw mond hoor dat we niet samen kunnen zijn, zal ik het geloven. Erger dan zonder jou leven kan de vloek niet zijn. Niets is meer leuk, alles doe ik zonder overtuiging sinds jij weg bent. Je uitleg over het niet kunnen vinden van mijn God tijdens je verblijf in het klooster kan niet verklaren waarom je geen contact meer wil. Waarom je mama nooit meer wat hebt laten horen, nadat je zo goed voor haar hebt gezorgd. Isabeau mist je verschrikkelijk en hoopt je snel weer te zien.
Bij deze brief hoort ook een ring, de ring van mama. Als verlovingsring en om je te laten zien dat er voor mij niets is veranderd. Nee, dat is niet waar. Door je vertrek en afwezigheid heb ik me nog meer gerealiseerd hoeveel ik van je houd. Dat ik het leven zonder jou niet de moeite waard vind. Geef me een teken en ik kom naar je toe. Of kom langs op de wijngaard – ik blijf daar op je wachten.

Voor altijd,
Jouw Gérard

Haar tante kijkt haar verwachtingsvol aan. Elisabeth kijkt even naar de prachtige ring, de ring die Isabeau altijd droeg. Ze hoeft niet na te denken. ‘Ik ga er heen. Zo snel mogelijk. Misschien verwacht hij geen antwoord meer, maar dat wil ik met eigen ogen zien.’

Als Elisabeth een paar dagen later met Sophia op het station van Den Haag staat, komen de herinneringen aan haar eerste reis naar Bordeaux terug. Wat is er veel gebeurd in nog geen vijf jaar. Er loopt een koude rilling over haar rug.

‘Wat is er lieve, je  trilt helemaal.’ Sophia kijkt haar bezorgd aan.

‘Al die vreselijke dingen die zijn gebeurd door onze liefde. Het ongeluk van Gérards stiefvader en Julien, ons dode kindje, Isabeau die ziek is geworden. Misschien het overlijden van oom Leendert. Wat als ik echt vervloekt ben? Moet ik niet wegblijven, zoals ik ooit heb gezworen te doen?’

‘Stop hiermee lieve. Mensen gaan dood, mensen krijgen ongelukken. Daar heeft God niets mee te maken, dat is het leven. Leendert heeft veel langer geleefd dan hij en ik ooit hadden verwacht. En Isabeau had altijd al een zwakke gezondheid, dat weet je. In Gérards brief staat dat ze op je wacht. Niemand verwijt jou iets lieve, alleen jijzelf.’

‘Dorothee wel. En zuster Agnetha heeft gezegd…’

Sophia schudt haar door elkaar. ‘Twee vrouwen met belangen, met overtuigingen. Laat ze niet jouw hele leven bepalen. Lees de brief van Gérard als je twijfelt. Hij wacht op je, voor altijd. Dat staat zwart op wit.’


© Astrid Habraken – alle rechten voorbehouden. Madame Bonheur – een Haagse roman verschijnt in 2023 in eerste versie in feuilletonvorm. Iedere aflevering is gecorrigeerd, schrijf- en tikfouten voorbehouden. In 2024 zal een complete, waar nodig herschreven versie verschijnen in boekvorm. Fysiek, dan wel als e-book.

0 reacties

Geef een reactie

%d bloggers liken dit: