
Het is het begin van een zomer waarin Elisabeth en Gérard smoorverliefd worden op elkaar. De rest van de zomer brengen ze zo veel tijd samen door als maar even kan. Met Elisabeths werk in het hotel en Gérard die heel Nederland door reist om contacten te leggen met oude en nieuwe klanten voor de wijngaard is dat minder vaak dan ze zouden willen. Elisabeths oom gaat soms met Gérard mee en introduceert hem bij zo veel mogelijk van zijn relaties. Tante Sophia heeft Gérard uitgenodigd om als hij in Den Haag is bij hen te logeren.
‘We hebben ruimte genoeg. Een hotel is prima voor een paar nachten, maar het is geen plek om je thuis te voelen. Bovendien, zo leren wij je tenminste ook kennen. Als je van plan bent Elisabeth mee te nemen naar Frankrijk, wil ik zeker weten dat je te vertrouwen bent.’
Want al na de eerste wandeling van Elisabeth en Gérard had tante Sophia door dat haar nichtje deze man zou volgen naar Frankrijk. De avond voor ze Gérard uitnodigde om te komen logeren, luisterde Elisabeth een gesprek tussen haar oom en tante af.
‘Allemaal leuk en aardig, maar één ding gaat niet gebeuren. Elisabeth gaat niet afhankelijk van hem worden. Voor ze met hem trouwt, wil ik dat ze gaat studeren, of een paar jaar gaat werken. Ze heeft te veel talent om te eindigen als moeder van een horde kinderen op een wijngaard. Met al die enorme katholieke gezinnen daar is dat haar voorland. Maar niet zo lang ik leef.’
‘Lieve Sophia, laat die kinderen.’
‘Niets lieve Sophia. Ik heb Elisabeth op haar hart gedrukt hoe belangrijk het voor een vrouw is om op eigen benen te kunnen staan. Dat ze ooit naar Frankrijk zou gaan, dat wisten we. Sterker nog, dat heb ik ook altijd toegejuicht. Maar wel onder haar voorwaarden, niet die van hem.’
‘Gérard heeft me verzekerd dat hij dat begrijpt. Hij weet hoe jong Elisabeth nog is. Hij wil echt het beste voor haar.’
‘Dat zal best. Maar je weet zelf hoe mannen op die leeftijd zijn. Denk je echt dat het nog vier jaar gaat duren voor ze samen in bed belanden? Ik geloof er niets van. Zeker niet als je ziet hoe ze hand in hand lopen. Ik zal ook nog eens met hem praten. En duidelijk maken dat voor er sprake kan zijn van trouwen en kinderen krijgen, Elisabeth eerst de kans krijgt te ontdekken wat ze zou willen in dit leven.’
‘Maar lieverd, je zei het net zelf al. Hij is katholiek, voor ze getrouwd zijn, gaat er echt niets gebeuren. Bovendien wil hij de wereld zien, daar zit hij helemaal vol van. En tot Elisabeth 21 is…’
‘Geven wij geen toestemming voor dat huwelijk. Dat ben je dus met me eens?’
Elisabeth hoort haar tante opstaan. Voor ze haar kunnen betrappen op afluisteren, doet ze de deur open.
‘Ah Elisabeth, we hadden het net over je lieverd. Hoe was het vandaag in Les Aristocrats? Hoe laat kunnen we je amant verwachten?’
Elisabeth bloost en denkt aan de woorden van haar tante, over hoe mannen op deze leeftijd zijn. Ze geniet van zijn kussen, van samen hand in hand lopen. Zou hij echt meer willen? Ze krijgt het er warm van als ze eraan denkt om ’s avonds zijn kamer in te sluipen. Maar nee, dat kan niet, zeker niet zo lang haar oom en tante in de buurt zijn!
‘Elisabeth, ik wil het toch nog een keer met je hebben over studeren. Wil je er echt niet over nadenken? Ik ben er achter gekomen dat een achternicht van jou lesgeeft in Bordeaux. Ze is heel enthousiast over de universiteit daar. Het is natuurlijk geen Parijs, maar …’
‘Lieve tante, ik weet dat het jouw grote droom is dat ik ga studeren. Maar na al die jaren HBS ben ik er klaar mee. Ik word niet gelukkig in zo’n stoffige omgeving. Ik leer liever in de praktijk. En Gérard kan me ook helpen aan een positie als gouvernante in Bordeaux.’
Terwijl haar tante doorpraat over de voordelen van een academische opleiding, zit Elisabeth met haar hoofd al bij de volgende wandeling met Gérard. Ze wandelen uren aan een stuk, het zijn de enige momenten waarop ze echt alleen zijn. Ze praten over alles en maken toekomstplannen. Die altijd eindigen met een huis in Bordeaux, dichtbij de wijngaard, maar toch ver genoeg om een eigen leven op te bouwen.
‘Ik wil niet alles hoeven delen met Julien en Dorothee, een bedrijf en een woonhuis. Ik wil een eigen plek, zodat we ook een eigen leven kunnen opbouwen. En jij hebt vast de drukte van een stad nodig, ik zie je niet gelukkig worden op onze afgelegen wijngaard.’
‘Maar dan wil ik wel blijven werken liefste! Wat moet ik anders de hele dag doen, als we een gouvernante hebben voor de kinderen en jij naar de wijngaard bent.’
Dat is steevast het moment waarop Gérard zegt dat ze dan misschien toch naar de universiteit moet gaan, zoals haar tante zo graag wil. ‘Dan kun je bij mij op kantoor komen werken, de internationale contacten mee onderhouden. Of les gaan geven.’
Dat idee spreekt Elisabeth wel aan, lerares worden. Haar HBS-diploma is een mooie start en…
‘Elisabeth, hallo, ik praat tegen je. Beloof je me dat je in ieder geval eens met haar gaat praten.’
‘Met wie?’
‘Met je achternicht! Het heeft ook geen zin. Je denkt vast al aan Gérard. O, als je het over de duivel hebt, volgens mij hoor ik de bel.’
Aan het eind van de zomer zit het verliefde stel hand in hand op het strand van Scheveningen, daar waar ze hun eerste kus uitwisselden en er nog velen volgden.
‘Ik kan niet geloven dat je morgen al vertrekt. De zomer leek zo lang, maar is voorbij gevlogen.’
Elisabeth ligt met haar hoofd op Gérards borstkas en kijk verdrietig in zijn helblauwe ogen. Hij streelt haar haar en zucht.
‘Ik zou willen dat je nu al mee kon en niet pas over een jaar.’
Elisabeth veert op.
‘Waarom eigenlijk niet? Ik heb genoeg papieren om als gouvernante te gaan werken, dat heb je zelf gezegd.’
‘En je oom en tante dan?’
‘Ze zijn gek op jou, dat weet je zelf ook. Wat kunnen ze er op tegen hebben?’
Gérard lacht, maar het is niet de onbezorgde, aanstekelijke lach die ze zo graag hoort.
‘Lieve Elisabeth, ik denk niet dat je tante het een goed idee vindt als je niet tenminste de HBS afmaakt. En eigenlijk… ben ik het daar ook mee eens. Wat als je toch naar de universiteit zou willen?’
‘Dat gebeurt niet.’
‘Maar stel je eens voor dat je het wel wil. Geloof me, er zijn ergere dingen. Of dat je terug wil naar Nederland, omdat Frankrijk toch niet het droomland is dat je er nu van hebt gemaakt. Dan ga je nog spijt krijgen dat je dat ene jaar HBS niet hebt gedaan. Je zou dan nooit aangenomen worden als lerares.’
Elisabeth haalt haar schouders op.
‘Dan zorg ik toch gewoon voor de kinderen? Of ga ik weer bij Les Aristocrats werken?’
Gérard schudt zijn hoofd en kijkt haar indringend aan.
‘Ik denk dat jij je dan gaat vervelen. Je bent zo slim. En je zou een geweldige lerares worden, dat weet ik zeker. We moeten gewoon even geduld hebben. Je zult het zien, een jaar is zo voorbij.’
Elisabeth zwijgt. Voor nu. Ze besluit die avond toch het gesprek met haar tante aan te gaan. Ze weet zeker dat ze haar met goede argumenten kan overtuigen. Ze moet die goede argumenten nog even vinden. Want alleen haar gevoelens voor Gérard, dat gaat voor haar tante nooit genoeg zijn.
Die avond vertelt Elisabeth haar oom en tante dat ze haar keuze heeft gemaakt: ze wil nu mee naar Frankrijk. Gérard zorgt wel voor een goede werkplek als gouvernante.
‘Dat kan ook prima als we eenmaal daar zijn, dan ga ik eerst wel naar mijn achternicht. Die heeft vast een plek waar ik kan logeren. Dat HBS-diploma heb ik helemaal niet nodig. Ik weet wat ik wil.’
Sophia staat abrupt op, maar voor ze iets kan zeggen gaat Elisabeth verder.
‘Of ik vertrek na de oogsttijd, als Gérard ook weer in Parijs is. Hij zoekt alvast een positie voor mij als gouvernante. Dan kunnen we ook meteen trouwen en…’
‘En nu luister je naar mij Elisabeth. Ik ben blij dat jullie elkaar zo gevonden hebben. Maar ik sta er op dat je de HBS afmaakt. Daarna kun je naar Bordeaux. Of naar Parijs als Gérard zich los weet te rukken van zijn familieverplichtingen. Maar alleen als zeker is dat je een positie als gouvernante hebt. En we zoeken een keurig gezin uit. Want van samenwonen kan nog geen sprake zijn, dat snappen jullie vast wel. Niet voor je getrouwd bent. Maar nu trouwen … Leer elkaar eerst maar beter kennen. Lieve kind, je kent hem net wat is het, twee maanden? En je bent 17 jaar oud, wat weet je nu van het leven?’
Haar tante kijkt haar nog even aan, draait zich dan abrupt om en stormt de kamer uit.
‘Ze bedoelt het goed Elisabeth. En ik weet dat Gérard het met haar eens is, dat heeft hij me zelf verteld. Dat ene jaar overleef je echt wel, ook al denk je nu dat het eindeloos zal zijn. En wie weet stemt Sophia dan wel in met een huwelijk voor je 21 bent. Als ze zeker weet dat jullie echt voor elkaar bestemd zijn.’
Na deze woorden pakt haar oom de krant weer op.
Elisabeth weet dat het zinloos is verder tegen haar tante in te gaan. Ze heeft het vuur bij Sophia gezien dat ze ook heeft als ze praat over de zoveelste actie voor vrouwenrechten. Er zit niets anders op dan eerst de HBS afmaken en een jaar te wachten op Gérards terugkeer.
Als Gérard aan het einde van de week teruggaat naar Bordeaux, belooft hij haar iedere week te schrijven. En met de woorden ‘denk aan wat ik in Scheveningen heb gezegd: een jaar is zo voorbij. Ik ben terug voor je het weet, dat beloof ik’ en een laatste, intense kus stapt hij de trein in. Elisabeth blijft nog lang staan nadat de trein het station uitgereden is.
© Astrid Habraken – alle rechten voorbehouden. Madame Bonheur – een Haagse roman verschijnt in 2023 in eerste versie in feuilletonvorm. Iedere aflevering is gecorrigeerd, schrijf- en tikfouten voorbehouden. In 2024 zal een complete, waar nodig herschreven versie verschijnen in boekvorm. Fysiek, dan wel als e-book.
0 reacties