
Parijs, zaterdag 25 augustus 2018
Zodra Claire uit de Thalys stapt op Gare du Nord, heeft ze het gevoel van thuiskomen. Ook al is het meer dan vier jaar geleden dat ze hier voor het laatst was. Voor de komende dagen heeft ze een leuk hotelletje geboekt, aan de rand van Montmartre. De wijk waar ze met haar moeder zo veel uren doorbracht. Zittend aan een van de kleine, ronde tafeltjes, dicht op elkaar en dan mensen kijken. Haar moeder krabbelde af en toe iets in een van haar altijd aanwezige notitieboekjes. Toen ze overleed, lagen er tientallen in haar werkkamer. Sommige al half vol, andere nog helemaal leeg. Claire recht haar rug en schudt haar lange, donkere haar – alsof ze de herinneringen weg wil sturen. ‘Eerst maar eens inchecken en douchen. En dan een mooi terras opzoeken’ denkt ze bij zichzelf.
De geluiden van de aankondigingen die over het lange perron schallen als ze naar de aankomsthal loopt zorgen voor een glimlach op haar gezicht. Ze ziet haar moeder bijna voor zich uitlopen, op weg naar de automaat voor de metrokaartjes. Haar moeder liep standaard met de lichte, vrijwel lege koffer en Claire zeulde met de volle, zware koffer. Dat hadden ze na hun eerste reisje naar Parijs altijd zo gedaan.
‘We moeten genoeg ruimte hebben voor alle aankopen Claire, dus niet te veel meenemen!’
Vervolgens legde haar moeder een grote stapel kleding klaar, die nooit samen met Claires kleding in de koffer zou passen die vol mee ging. Ook al hadden ze de kleding op de heenweg natuurlijk prima kunnen verdelen over de twee koffers. Een heerlijk ritueel, dat altijd zorgde voor een koffer die alleen dicht ging als Claire met haar volle gewicht op de koffer ging hangen en haar moeder de rits dicht maakte. En dan maar hopen dat er niet nog een toilettas in moest. Gisteravond verliep het inpakken een stuk sneller, maar ook een stuk minder gezellig.
Claire besluit naar het hotel te lopen in plaats van zelf een metrokaartje te kopen. Het is prachtig weer en het is de hoogste tijd om haar eigen tradities te maken in Parijs. Niet meteen de metro induiken is een mooi begin om dat voornemen in de praktijk te brengen.
Als ze is ingecheckt in het hotel, besluit Claire eerst maar eens een rondje door Montmartre te maken. Als ze verder de wijk in loopt, geniet ze van het geroezemoes van de vele mensen op straat. Ze beklimt de trappen naar de Sacré-Coeur en weet de straatverkopers behendig te ontwijken. Dat vond ze tijdens haar eerste bezoek aan de basiliek een stuk moeilijker, herinnert ze zich. Voor ze het wist, had ze toen bijna ja gezegd tegen een vlecht in haar haar, voor veel te veel geld volgens haar moeder. Die had haar geleerd vooral geen aandacht te besteden aan alle vragen en ook niet even vriendelijk te knikken of te lachen. ‘Zo bied je ze een opening lieverd, je kunt maar beter stoïcijns wegkijken.’ Het werkt nog steeds merkt Claire tot haar grote opluchting. Ook al loopt ze hier alleen, ze weet bovenaan de trap te komen zonder dat een van de verkopers haar aanspreekt. In de basiliek is het druk, te druk naar haar smaak. Claire besluit snel haar rondje te lopen en weer naar buiten te gaan, ze komt nog wel eens terug op een rustiger moment.
Eenmaal buiten, ziet ze de kunstschilders die overal aan het werk zijn, tussen de geïmproviseerde terrasjes door. Het werk van die zelfde schilders is te zien in de talloze galerieën. Ze blijft even stil staan om haar vader een aantal foto’s te appen en schrijft kort wat over de reis en haar eerste indrukken. Als ze samen met haar moeder terugkwam van een van hun tripjes, was het vaste prik om haar vader na hun verblijf tot in de kleinste details te vertellen waar ze geweest waren. En alle aankopen te laten zien. Waarop hij standaard verzuchtte dat ze hem nog eens zouden ruïneren, maar wel met een grote lach op zijn gezicht.
Verzonken in gedachten dwaalt ze verder door de wijk, met weinig aandacht voor haar omgeving. Na een uurtje door de straten gedwaald te hebben, heeft Claire geen idee meer waar ze precies is. Terwijl ze om zich heen kijkt om zich te oriënteren, trekt een bijzonder uithangbord van een galerie haar aandacht. Groot en kleurrijk lijkt het te zeggen ‘hier moet je zijn.’ Claire loopt naar de galerie waar het bord bij hoort en ineens staat ze oog in oog met haar, of beter gezegd met een tekening van haar: een veel jongere versie van madame Bonheur. Ze probeert de deur, maar die is op slot. Op het bordje ziet ze dat er een zomersluiting is, 2 september gaat de galerie weer open. Ze bestudeert de tekening nog eens goed, op zoek naar de naam van de kunstenaar of een naam van de geportretteerde. Maar die is niet te vinden. Zou ze Madeleine kunnen bellen, zeggen dat ze toch eerder is gekomen? Misschien weet zij hier wel meer van.
Dan denkt Claire aan haar plannen voor zondag en maandag: lekker struinen langs de Seine, genieten van een brunch, naar Versailles en heel lang rondhangen in haar favoriete boekhandels. Als ze nu Madeleine belt en die belt weer met Filou, gaan die plannen waarschijnlijk niet door. Geen ramp, maar ze had ook zo’n zin om te struinen door de straten van Parijs, nieuwe boulangeries te ontdekken en oude plekken opnieuw te bezoeken. Na de drukke zomer in Les Aristocrats was ze ook wel toe aan even ontspannen.
‘Je kunt nog best drie dagen wachten Claire,’ spreekt ze zichzelf toe. Ze besluit een plekje te zoeken op een terras en te gaan genieten van een glas rosé in de zon.
© Astrid Habraken – alle rechten voorbehouden. Madame Bonheur – een Haagse roman verschijnt in 2023 in eerste versie in feuilletonvorm. Iedere aflevering is gecorrigeerd, schrijf- en tikfouten voorbehouden. In 2024 zal een complete, waar nodig herschreven versie verschijnen in boekvorm. Fysiek, dan wel als e-book.
Leuk!! Ik keek er al naar uit 😊
Dat is fijn om te lezen 🙂
Geldt ook voor mij, leest zo lekker en wordt steeds nieuwsgieriger😘
Hopelijk weet ik de spanning vast te houden 🙂