Aflevering 13, 21 april 2023

Woensdag 5 september 2018

‘Ik denk dat ik morgen naar Bordeaux vertrek,’ flapt Claire er tijdens het ontbijt uit.

Madeleine verslikt zich in de slok koffie die ze net wil doorslikken en proest iets uit als ‘waarom ga je nu al, kun je niet beter wachten of Filou nog wat vindt?’

Claire zucht en haalt haar schouders op. Het is inmiddels een week geleden dat ze Filou voor het eerst sprak. Hoewel ze nu wel weet waar madame Bonheur, zoals ze Elisabeth in haar hoofd blijft noemen, woonde, heeft ze nog altijd geen idee waarom ze ieder jaar in Les Aristocrats verbleef onder een andere naam en of dat de naam is van de man die nooit verscheen. Ook wie Dorothee is, of wie er dood is, blijft een raadsel. Het boek over Bordeaux dat Elisabeth vertaalde heeft geen informatie opgeleverd die niet al op internet te vinden is.

‘Een raadsel dat ik wil oplossen, snap je dat niet?’

Madeleine knikt instemmend.

‘En niemand hier lijkt iets te weten. Filou is al dagen moed aan het verzamelen om de kasten in de werkkamer in te duiken, maar ze vindt het lastig. Het kan nog weken duren voor ze daar aan toe is als je het mij vraagt. En wie zegt dat ze er dan iets gaat vinden? Daarom…’

‘Spring je als een kip zonder kop in de trein naar Bordeaux en ga je daar verder zoeken naar die o zo bekende speld in de hooiberg,’ vult Madeleine met een grijns aan.

‘Wat moet ik dan? Op internet is geen Chateau Bonheur te vinden, of een wijngaard of zelfs maar wijnboer met die naam. Als ik daar ben kan ik door de wijngaarden rondrijden en nou ja, gewoon gaan rondvragen.’

Madeleine schudt haar hoofd.

‘Heb je zelf een beter idee?’ zegt Claire vinnig.

‘Ochtendhumeurtje?’ Madeleine schenkt op haar gemak koffie bij en pakt haar agenda erbij, waar ze in begint te bladeren. Claire merkt dat ze steeds ongeduldiger wordt.

‘Tja ik kan zelf pas over anderhalve week weg hier, dus misschien moet je ook maar gewoon alleen gaan. Ik kan je altijd nog achterna reizen. Ik heb al contact gehad met een paar van die bureautjes die wijntours organiseren. En nee, tot nu toe nog geen aanwijzingen van een familie Bonheur. Ik heb contact gehad met een specialist in persoonlijke wijntours, ehm… oh ja, met ene Nicolas. Hij is opgegroeid in de Medoc en wil ons wel rondleiden. Ik wed dat hij ook wel vast wil rondvragen.’

‘En waarom is dat beter dan gewoon zelf te gaan rondrijden?’ Claire is niet overtuigd van het plan van haar vriendin. Al is het vooruitzicht om samen naar Bordeaux te gaan wel aantrekkelijk. Madeleine kijkt haar met een verbaasde blik aan.

‘Heb je enig idee hoeveel wijngaarden er in die streek zijn? Ik zei dat niet voor niets, van die speld in een hooiberg.’

Daar heeft Madeleine een punt. Tijdens haar zoektocht op internet, duizelde het Claire bij de aantallen: ruim 8.000 kastelen en meer dan 10.000 wijnboeren zijn er te vinden in de regio. Van heel kleine tot super grote. Inderdaad een speld in een hooiberg.

‘En bovendien, Nicolas kent een heleboel wijnboeren, hij kan veel makkelijker rondvragen dan jij. Of denk jij dat als je even met een foto zwaait en een vreemd verhaal vertelt over een overleden dame met een valse naam je veel informatie los gaat krijgen? Heb je enig idee hoe traditioneel de mensen in die streken zijn?’

Claire haalt haar schouders op. Alles wat Madeleine zegt klinkt logisch, maar hier in Parijs lijkt ze geen stap verder bij een antwoord te komen.

‘Jij hebt vanmiddag toch een afspraak met Michel? Wie weet wat hij je nog kan vertellen. Voor je vertrekt, moet je ook echt nog een keer naar Filou. Al is het maar om afscheid te nemen. Maar misschien geef je haar net dat zetje om toch echt in de werkkamer rond te gaan kijken. Dus misschien dan niet morgen vertrekken, maar overmorgen?’

Madeleine staat op en pakt haar tas in, tijd voor haar om richting werk te gaan.

‘O en als je je verveelt… je kunt altijd de keuken eens goed schoonmaken.’

Daar moeten ze beiden hard om lachen. Madeleines ‘keuken’ bestaat uit niet meer dan een keukenblok met twee kastjes, een plank erover met een gootsteen erin en een soort camping kookplaat met twee pitten. Het keukenblad wordt vrijwel volledig ingenomen door een enorm koffieapparaat. Waardoor koken beperkt blijft tot het opwarmen van kant-en-klare soep of het bakken van een eitje. Net als de meeste Parijzenaren eet Madeleine haar warme maaltijden vooral buiten de deur.

‘Ik moet nu echt weg. Als ik weer te laat kom, ben ik bang dat ik volgende week helemaal geen baan meer heb. Zie ik je vanavond bij de wijnbar?’

Claire knikt.

‘Tenzij die schilder je natuurlijk trakteert op een etentje…’

Madeleine stuift weg en laat de deur met een harde klap dichtvallen. Terwijl Claire nog een kop koffie zet, ruimt ze de ontbijtboel op en maakt de keuken schoon. ‘Het heeft zo zijn voordelen, een kleine keuken,’ denkt ze, ’schoonmaken doe je gewoon tijdens het koffiedrinken.’

Haar afspraak met Michel Gascogne is pas om drie uur. Claire besluit om daarvoor een paar uurtjes naar het Louvre te gaan. De eerste keer dat ze er kwam, liep ze als een idioot door het enorme museum. Ze wilde alles in een keer zien. Inmiddels weet ze dat ze beter maar een paar uur kan gaan om een klein deel van de enorme collectie te bekijken. Het is er rustig vandaag en Claire geniet van de mooie ruimtes en de kunstwerken. Het alleen zijn bevalt haar wel, niemand die zegt ‘heb je dit schilderij al gezien?’, of ‘sta je nu nog steeds in de eerste ruimte?’ Hoewel het ook een nadeel blijkt te zijn, want ineens is het bijna twee uur en moet ze zich gaan haasten om op tijd te zijn voor haar afspraak met Michel.

Hij heeft haar het adres gegeven van een café in Montmartre. Claire komt er net iets te laat aan, maar vermoedt dat Michel er zelf ook nog niet zal zijn. In Parijs lijkt iedereen altijd te laat te zijn bij sociale afspraken. Ze speurt het zonnige terras af of hij er misschien toch niet al zit.

‘Je herkent me aan de verf op mijn handen. En ik zal een tekening meenemen.’ had hij door de telefoon gezegd, toen ze hem belde voor een afspraak.

Tot haar verbazing en eigenlijk ook wel haar ongemak zit Michel er al. En aan de lege koffiekop te zien is hij er zelfs al even.

‘Pardon Monsieur, vous êtes Michel Gascogne?’

Een paar helderblauwe ogen kijkt haar van onder een donkere bos krullen aan en hij staat direct op om haar hand te schudden.

‘Ah ja zeker, en jij bent Claire?’

Ze knikt en mompelt haar excuses. Hij gebaart dat het niet geeft en wijst naar de stoel als uitnodiging voor Claire om te gaan zitten.

‘Ik was al wat vroeger. Er zou een klant in de galerie zijn, maar die kwam niet. En toen dacht ik het is veel te mooi weer om binnen te blijven.’

Hij kijkt haar nieuwsgierig aan. Claire vraagt zich af hoe ze haar verhaal moet beginnen. Michel lijkt haar ongemak op te merken.

‘Vraag je je af wat ik al weet? Het meeste wel denk ik, Filou heeft me verteld wat er met oma-oma gebeurd is.’ Michels stralende blik verdwijnt als hij over madame Bonheur praat.

‘Misschien is het een kleine troost om te weten dat ze niet heeft geleden? Dat ze op een prachtige plek begraven ligt?’

Michel knikt afwezig. Na een korte stilte schraapt hij zijn keel en zegt dat hij graag meer zou horen over de dagen van oma-oma in Den Haag. Claire besluit te beginnen bij de eerste ontmoeting.

‘In 2006 heb ik haar ontmoet. Ik heb haar ingechecked in het hotel waar ik toen net begonnen was. Madame complimenteerde me met mijn uitspraak van het Frans. Volgens haar had ze in al die jaren nog niemand in het hotel getroffen die zo goed Frans sprak. Later die dag hoorde ik van mijn leidinggevende dat ze al decennia lang ieder jaar in dezelfde periode in dezelfde kamer verbleef.’

Claire vertelt verder over het contact dat eerst haar moeder met madame Bonheur had. En hoe Claire na de dood van haar moeder zelf vaker met haar op pad ging. Over de wandelingen door Den Haag, de etentjes en de museumbezoeken.

‘Ik begreep dat je de ochtend dat je haar vond ook met haar naar een museum zou gaan?’

Claire knikt.

‘Voorlinden. Een prachtig museum, met een grote tuin waar mevrouw heel graag heen ging. Het was nog niet zo lang open. Ze keek uit naar de nieuwe expositie. Het museum is niet zo makkelijk te bereiken met de bus, ik kwam haar met de auto ophalen. Ze was niet bij het ontbijt en toen kreeg ik eigenlijk meteen het gevoel dat er iets niet klopte.’

Claire vertelt over de vaste gewoontes van mevrouw, hoe vreemd het was dat ze niet bij het ontbijt verscheen.

‘Van Filou hoorde ik dat ze thuis ook altijd zo stipt was.’

Michel lacht en knikt bevestigend.

‘Ja te laat komen, daar had oma-oma echt een hekel aan. Ze vond het getuigen van weinig fatsoen. En je weet inmiddels ook over de vaste momenten bij Les Rosiers.’

Claire aarzelt en vraagt zich af hoe ze verder moet gaan. Nu ze hier tegenover hem zit, voelt het aan de ene kant heel vertrouwd. Ze heeft jarenlang foto’s van hem gezien. Maar aan de andere kant, wat weet ze echt over hem? Kan ze vertrouwen op wat madame Bonheur verteld heeft?

‘En toen was er dus het mysterie van de naam Bonheur en het briefje van de onbekende Dorothee.’ Michel onderbreekt haar gedachtestroom. ‘Ik ben bang dat ik je daar niet zo veel over kan vertellen,’ vervolgt hij en hij wenkt de ober.

‘Hij wil toch niet al weg,’ denkt Claire verschrikt, ‘zou hij net als madame Bonheur vinden dat het onfatsoenlijk is om te laat te komen?’

‘Zullen we een aperitief bestellen? Of hou je het liever bij koffie?’

Claire haalt opgelucht adem en kiest voor het aperitief.

‘Ik snap wel waarom oma-oma met jou op stap ging’, lacht Michel, ‘ze genoot van het leven. Als kinderen vochten we er om wie er bij haar mocht logeren. Dat was altijd een feest. Ze nam ons overal mee naartoe en thuis bakten we koekjes en mochten we laat opblijven. Mijn vader vertelde graag verhalen over de tijd dat zij nog zijn gouvernante was. Mary Poppins was er maar saai bij. Toen we ouder werden, nam ze ons mee naar musea en op reis. Voor mij was ze mijn oma, ook al was ze dat biologisch gezien niet. Mijn eigen opa en oma… nou ja, heb je de enorme huizen gezien in de straat waar ik ben opgegroeid?’

Claire knikt bevestigend.

‘Oma-oma gaf je altijd het gevoel dat je bijzonder was en ook dat alles kon en mocht, als je maar datgene deed waar je gelukkig van werd. Toen ik voor het eerst op school had geschilderd en haar vol enthousiasme mijn eerste kunstwerk liet zien, nam ze me direct mee naar een schilderswinkel. Zonder haar zou…’

Hij slikt en heft het glas.

‘Op Elisabeth.’

Ze proosten en zijn beiden even stil. Dan beginnen ze tegelijk te praten en beginnen allebei hun zin met ‘Waarom denk je…’ Als ze uitgelachen zijn, gebaart Michel dat Claire eerst haar vraag mag stellen. Claire besluit haar vraag nog even te laten wachten, ze moet eerst iets anders kwijt.

‘Ik vroeg me steeds af waarom ze nooit heeft gezegd dat ze zelf geen kinderen had. Maar wat jij me nu vertelt… ze was deel van de familie. Ik denk dat het voor haar geen verschil had gemaakt als jouw vader haar biologische zoon was. Ik had het gevoel dat ze tegen me had gelogen, maar dat gevoel heb ik nu gelukkig niet meer. Dank je wel daarvoor. Filou had het ook al gezegd, maar jou zo over haar te horen praten…’

‘Oma-oma heeft het ook vaak over jou gehad, wist je dat? Ik heb wel eens gevraagd of ik niet mee mocht, naar Den Haag. Maar dat wilde ze niet. Volgens haar had ze die weken alleen nodig, om de band met Nederland te houden. En hoe vaak ik er ook naar vroeg, ze wilde er nooit veel over kwijt. Ze liet wel foto’s zien, maar dat was het dan ook. Uiteindelijk ben ik zelf maar naar Nederland gegaan. Al vond ik Amsterdam een stuk interessanter dan Den Haag. Iets waar oma-oma weinig begrip voor had.’

Claire besluit haar vraag nu toch te stellen.

‘Waarom denk je dat ze altijd zei dat ze op haar man wachtte?’

‘Ik heb echt geen idee. Ze heeft het nooit over een man gehad tegen mij. We plaagden haar wel eens met haar vrijgezellenbestaan. Of eigenlijk…’ Hij kijkt ondeugend. ‘Nou ja, we dachten wel eens dat zij en Filou eigenlijk een stel waren en dat ze daar niet voor uit durfden te komen.’

Claire schiet in de lach en na even verontwaardigd gekeken te hebben, lacht Michel met haar mee. Ze snapt de gedachte eigenlijk wel, het is ook bijzonder, die twee oude, vrijgezelle dames die samen een bedrijf opbouwden en zo dicht bij elkaar woonden.

‘Filou moest er overigens ook hard om lachen, toen ik haar gisteren onze vermoedens opbiechtte.’

‘En Filou zelf dan, had zij geen man?’

‘Ze heeft een paar relaties gehad. Maar van trouwen is het nooit gekomen. Volgens haar kon geen man op tegen de vriendschap die ze had met oma-oma. Het moet echt een schok voor haar zijn geweest om te horen dat ze is overleden.’

Claire knikt.

‘Maar goed, ik kan je dus eigenlijk niets vertellen over wie Dorothee dan is, waar ze woont of wie de ‘hij’ is die dood is. Ik heb er veel over nagedacht, maar ik kan alleen maar bedenken dat het toch monsieur Bonheur moet zijn. En dat nu ze zeker wist dat ze hem nooit meer zou zien in Den Haag, dat ze zelf bezig was met een soort afscheid van Den Haag?’

‘Als ze echt nooit over hun breuk heen is gekomen, dan zou dat wel kunnen. Maar waarom dan een hotel in Den Haag?’

‘Zou ze hem daar niet hebben leren kennen, in het hotel dus? Misschien heeft ze er gewerkt, voor ze naar Frankrijk kwam?’


Anderhalf uur en twee aperitiefjes later, schrikt Claire van de tijd.

‘Moet je ergens heen?’

‘Nou moet… ik zou de vriendin waar ik bij logeer ontmoeten in onze wijnbar.’ Ze twijfelt even en zegt dan ‘heb je zin om mee te gaan? Ik heb niet het idee dat we al uitgepraat zijn.’

‘Vind je het goed als ik dan eerst even iemand bel?’

Natuurlijk. Hoe kon ze zo dom zijn om te denken dat een leuke man als hij niemand heeft die thuis op hem wacht.

‘Ik moet mijn assistente laten weten dat ze de galerie moet sluiten vandaag.’

Ze lacht en knikt dat het prima is. Terwijl hij belt, stuurt Claire zelf een bericht naar Madeleine dat ze er aankomt, met schilder. Ze ziet dat Filou haar ook een bericht heeft gestuurd, of ze morgen langskomt. ‘Ik ben eindelijk in de werkkamer geweest. Daar heb ik iets gevonden dat voor jou is!! Kun je om elf uur?’ Claire laat snel weten dat dit prima is.


© Astrid Habraken – alle rechten voorbehouden. Madame Bonheur – een Haagse roman verschijnt in 2023 in eerste versie in feuilletonvorm. Iedere aflevering is gecorrigeerd, schrijf- en tikfouten voorbehouden. In 2024 zal een complete, waar nodig herschreven versie verschijnen in boekvorm. Fysiek, dan wel als e-book.

0 reacties

Geef een reactie

%d bloggers liken dit: